Vertaling van "raumordnerisch gefährdeten gebiet " (Duits → Nederlands) :

Aus dem Vergleich der in B.1.5 und B.1.6 aufgezählten Gebiete ergibt sich, dass die Bezeichnung « besonders wertvolle Agrargebiete » nicht mehr in der Liste der raumordnerisch gefährdeten Gebiete von Artikel 1.1.2 Nr. 10 des Flämischen Raumordnungskodex vorkommt.
Uit de vergelijking van de gebieden opgesomd in B.1.5 en B.1.6 blijkt dat de aanduiding « agrarische gebieden met bijzondere waarde » niet meer voorkomt in de lijst van de ruimtelijk kwetsbare gebieden van artikel 1.1.2, 10°, van de VCRO.

In Artikel 1.1.2 Nr. 10 des Flämischen Raumordnungskodex werden die raumordnerisch gefährdeten Gebiete wie folgt definiert:
Artikel 1. 1.2, 10°, van de VCRO definieert de ruimtelijk kwetsbare gebieden als volgt :

Der vorlegende Richter führt auch Artikel 1.1.2 Nr. 10 des Flämischen Raumordnungskodex an, insofern der Begriff « besonders wertvolle Agrargebiete » nicht mehr in der Liste der raumordnerisch gefährdeten Gebiete vorkomme.
De verwijzende rechter brengt ook artikel 1.1.2, 10°, van de VCRO in het geding, in zoverre de notie « agrarische gebieden met bijzondere waarde » niet meer voorkomt in de lijst van de ruimtelijk kwetsbare gebieden.

Die zweite präjudizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 6.1.1 Absatz 3 des durch den Erlass der Flämischen Regierung vom 15. Mai 2009 koordinierten « Flämischen Raumordnungskodex » mit den Artikeln 12 und 14 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern er so ausgelegt wird, dass ein bereits verjährter Bauverstoss in Bezug auf ein Bauwerk in einem anderen als einem raumordnerisch gefährdeten Gebiet, der nach der Errichtung straffrei habe aufrechterhalten werden können, plötzlich wegen Aufrechterhaltung wieder strafbar werde, wenn das Grundstück später in ein raumordnerisch gefährdetes Gebiet aufgenommen werde.
De tweede prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van artikel 6.1.1, derde lid, van de bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 gecoördineerde « Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening » met de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre het zo wordt geïnterpreteerd dat een reeds verjaard oprichtingsmisdrijf met betrekking tot een constructie in ander dan ruimtelijk kwetsbaar gebied, die straffeloos in stand kon worden gehouden na haar oprichting, opeens weer strafbaar zou zijn wegens in stand houden, als het perceel later wordt opgenomen in een ruimtelijk kwetsbaar gebied.

Im Unterschied zu dem, was die « Verschaeve-Grouset & C° » KGaA behauptet, betrifft die Frage nicht einen Vergleich zwischen Situationen in einem raumordnerisch gefährdeten Gebiet und Situationen ausserhalb solcher Gebiete.
Anders dan wat de cva « Verschaeve-Grouset & C° » beweert, betreft de vraag niet een vergelijking tussen situaties in ruimtelijk kwetsbaar gebied en situaties daarbuiten.