(5) Wenn die bestehenden Entwicklungsprogramme der Mitgliedstaaten für den ländlichen Raum keine ausreichenden einschlägigen Maßnahmen, wie sie in Anhang II aufgeführt sind, umfassen, müssen Vorhaben im Zusammenhang mit diesen Prioritäten in den gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 genehmigten Entwicklungsprogrammen für den ländlichen Raum weiter verstärkt werden.
(5) Wanneer de bestaande programma's voor plattelandsontwikkeling van de lidstaten onvoldoende relevante maatregelen als bedoeld in bijlage II behelzen, is het van groot belang dat concrete acties die in het kader van deze prioriteiten worden genomen, worden versterkt in de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad goedgekeurde plattelandsontwikkelingsprogramma's.