125. fordert den Rat und die Kommission auf, in Gesprächen im Rahmen des politischen Dialogs systematisch auf die Bedeutung des Schutzes der Grundfreiheit der Religion und des Glaubens oder Nichtglaubens hinzuweisen, wobei diese Rechte nicht nur in der Verfassung oder im Strafgesetzbuch festgeschrieben sein sollten, sondern auch in die Praxis umgesetzt werden müssen;
125. verzoekt de Raad en de Commissie bij besprekingen in het kader van de politieke dialoog het belang van de bescherming van de fundamentele vrijheid van godsdienst, geloofsovertuiging of het niet-aanhangen van een overtuiging stelselmatig te benadrukken, niet alleen door deze vrijheden in de grondwet of het wetboek van strafrecht op te nemen, maar ook door ze in praktijk te brengen;