Traduction de «rat drei spezifische » (Allemand → Néerlandais) :

Die Konferenz der Präsidenten beschloss, ein von Herrn LEHNE geleitetes Verhandlungsteam zu benennen, dem darüber hinaus Herr SWOBODA, Frau WALLIS und Frau HARMS angehörten, um Gespräche mit dem Rat über drei spezifische Fragen zu führen: Einbeziehung obligatorischer Entsprechungstabellen in Richtlinien der EU, Regeln zur Teilnahme des Parlaments an internationalen Konferenzen und Zugang zu vertraulichen Dokumenten des Rates.
De Conferentie van voorzitters besloot een onderhandelingsteam van het Europees Parlement te benoemen, samengesteld uit de heer Lehne, die de taak van voorzitter op zich nam, de heer Swoboda, mevrouw Wallis en mevrouw Harms. Dit onderhandelingsteam moest met de Raad van Ministers overleg voeren over drie specifieke onderwerpen: het opnemen van concordantietabellen in EU-richtlijnen, voorschriften inzake de deelname van het Parlement aan internationale conferenties en toegang tot gerubriceerde documenten van de Raad.

Prozentsatz der Anwendung der Schweregradeinstufung aufgrund der Methodik des Risikoanalysewerkzeugs (RAT) auf die Meldung von mindestens drei Kategorien von Vorkommnissen: Verstöße gegen die Mindeststaffelung, Störungen auf Start- und Landebahnen und ATM-spezifische technische Vorkommnisse bei allen Flugverkehrsdienststellen, wie in Abschnitt 2, Nummer 1.1 Buchstabe b definiert.
De procentuele toepassing van de ernstclassificatie op basis van het risicoanalyse-instrument op de rapportering van ten minste drie categorieën voorvallen: overschrijding van de minimale separatieafstand, runway incursion en ATM-specifieke voorvallen bij alle eenheden van luchtverkeersdiensten, zoals gedefinieerd in deel 2, punt 1.1, onder b).

47. nimmt den Beschluss des Rates vom 17. Juni 2010 zur Kenntnis, wonach es den Mitgliedstaaten in Zusammenarbeit mit den Regionen überlassen bleibt, ihre nationalen Ziele zur Reduzierung der Zahl der von Armut und Ausgrenzung bedrohten Personen auf der Grundlage eines oder mehrerer der drei vom Rat definierten Indikatoren festzulegen; ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten, die lediglich den Indikator „arbeitsloser Haushalt“ zugrunde legen, möglicherweise systematisch Probleme wie Armut trotz Erwerbstätigkeit, Energiearmut, Armut von Alleinerziehenden, Kinderarmut und soziale Ausgrenzung außer Acht lassen; fordert die Mitgliedstaaten dringend auf, ihr Recht auf freie Wahl des Indikators nicht zu missbrauchen, um weniger ehrgeizige Ziele bezüglich der Bekämpfung der Armut zu verwirklichen; macht auf die schwierige Lage von Millionen von europäischen Rentnern aufmerksam, deren Rente nicht ausreicht, um die täglich anfallenden Kosten, spezifische altersbedingte Ausgaben und vor allem die hohen Ausgaben für Arzneimittel und medizinische Versorgung zu bestreiten; hebt die Tatsache hervor, dass die Schul- und Hochschulbildung für die schutzbedürftigsten Gruppen ein vorrangiges Ziel darstellen und jeder Mitgliedstaat in diesem Zusammenhang Zielvorgaben festlegen muss;
47. neemt nota van het besluit van de Raad van 17 juni 2010 om het aan de lidstaten over te laten in samenwerking met de regio's hun nationale streefdoelen voor vermindering van het aantal risicopersonen voor armoede en sociaal isolement vast te stellen, aan de hand van één of meer van de drie indicatoren die door de Raad afgesproken zijn; meent dat lidstaten die zich alleen van de indicator „werkloos gezin” bedienen, misschien systematisch problemen als armoede in het werkend deel van de bevolking, brandstofgebrek, armoede van alleenstaande ouders, kinderarmoede en sociaal isolement over het hoofd zullen zien; dringt er bij de lidstaten op aan de vrijheid om zelf indicatoren te kiezen niet te misbruiken om minder verreikende doelen voor armoedebestrijding na te streven; vestigt de aandacht op de problemen van de miljoenen Europese gepensioneerden waarvan het pensioen te laag is om de eindjes aan elkaar te knopen en de bijzondere behoeften te dekken die met de leeftijd gepaard gaan, vooral door de hoge kosten van geneesmiddelen en medische behandeling; beklemtoont dat onderwijs voor de kwetsbaarste groepen op school en aan de universiteit een prioriteit moet zijn waarvoor elke lidstaat streefdoelen moet vaststellen;

50. nimmt den Beschluss des Rates vom 17. Juni 2010 zur Kenntnis, wonach es den Mitgliedstaaten in Zusammenarbeit mit den Regionen überlassen bleibt, ihre nationalen Ziele zur Reduzierung der Zahl der von Armut und Ausgrenzung bedrohten Personen auf der Grundlage eines oder mehrerer der drei vom Rat definierten Indikatoren festzulegen; ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten, die lediglich den Indikator „arbeitsloser Haushalt“ zugrunde legen, möglicherweise systematisch Probleme wie Armut trotz Erwerbstätigkeit, Energiearmut, Armut von Alleinerziehenden, Kinderarmut und soziale Ausgrenzung außer Acht lassen; fordert die Mitgliedstaaten dringend auf, ihr Recht auf freie Wahl des Indikators nicht zu missbrauchen, um weniger ehrgeizige Ziele bezüglich der Bekämpfung der Armut zu verwirklichen; macht auf die schwierige Lage von Millionen von europäischen Rentnern aufmerksam, deren Rente nicht ausreicht, um die täglich anfallenden Kosten, spezifische altersbedingte Ausgaben und vor allem die hohen Ausgaben für Arzneimittel und medizinische Versorgung zu bestreiten; hebt die Tatsache hervor, dass die Schul- und Hochschulbildung für die schutzbedürftigsten Gruppen ein vorrangiges Ziel darstellen und jeder Mitgliedstaat in diesem Zusammenhang Zielvorgaben festlegen muss;
50. neemt nota van het besluit van de Raad van 17 juni 2010 om het aan de lidstaten over te laten in samenwerking met de regio's hun nationale streefdoelen voor vermindering van het aantal risicopersonen voor armoede en sociaal isolement vast te stellen, aan de hand van één of meer van de drie indicatoren die door de Raad afgesproken zijn; meent dat lidstaten die zich alleen van de indicator "werkloos gezin" bedienen, misschien systematisch problemen als armoede in het werkend deel van de bevolking, brandstofgebrek, armoede van alleenstaande ouders, kinderarmoede en sociaal isolement over het hoofd zullen zien; dringt er bij de lidstaten op aan de vrijheid om zelf indicatoren te kiezen niet te misbruiken om minder verreikende doelen voor armoedebestrijding na te streven; vestigt de aandacht op de problemen van de miljoenen Europese gepensioneerden waarvan het pensioen te laag is om de eindjes aan elkaar te knopen en de bijzondere behoeften te dekken die met de leeftijd gepaard gaan, vooral door de hoge kosten van geneesmiddelen en medische behandeling; beklemtoont dat onderwijs voor de kwetsbaarste groepen op school en aan de universiteit een prioriteit moet zijn waarvoor elke lidstaat streefdoelen moet vaststellen;

(3) Die Kommission legt drei Jahre, nachdem der Betrieb des VIS aufgenommen wurde, und danach alle vier Jahre dem Europäischen Parlament und dem Rat einen Bericht über die Durchführung der Artikel 1213, 1517, 38 und 40 bis 4244 dieser Verordnung vor, der auch auf folgende Themen eingeht: Umsetzung der Erfassung und Verwendung biometrischer Identifikatoren, Zweckmäßigkeit des gewählten ICAO-Standards, Einhaltung der Datenschutzbestimmungen, Erfahrungen mit externen Dienstleistungserbringern unter spezifischer Bezugnahme auf die Erfassung biometrischer Daten, Umsetzung der Regelung zum Kopieren von Fingerabdrücken innerhalb von 59 Monaten und Gestaltung der Antragsverfahren.
3. De Commissie dient drie jaar na de invoering van het VIS, en daarna om de vier jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van de artikelen 13 12, 17 15, 38, 40, 41 tot en met 44 42 van deze verordening, onder meer over de uitvoering van de verzameling en het gebruik van biometrische kenmerken, de geschiktheid van de gekozen ICAO-norm, de naleving van de gegevensbeschermingsvoorschriften, de ervaringen met externe dienstverleners met specifieke aandacht voor de verzameling van biometrische gegevens, de toepassing van de 59-maandenregel voor het kopiëren van vingerafdrukken en de organisatie van de inontvangstneming en behandeling van aanvragen.

(3) Die Kommission legt drei Jahre nachdem der Betrieb des VIS aufgenommen wurde, und danach alle vier Jahre dem Europäischen Parlament und dem Rat einen Bericht über die Durchführung der Artikel 13, 17 und 40 bis 44 dieser Verordnung vor, der auch auf folgende Themen eingeht: Umsetzung der Erfassung und Verwendung biometrischer Identifikatoren, Zweckmäßigkeit des gewählten ICAO-Standards, Einhaltung der Datenschutzbestimmungen, Erfahrungen mit externen Dienstleistungserbringern unter spezifischer Bezugnahme auf die Erfassung biometrischer Daten, Umsetzung der Regelung zum Kopieren von Fingerabdrücken innerhalb von 59 Monaten und Gestaltung der Antragsverfahren.
3. De Commissie dient drie jaar na de invoering van het VIS en daarna om de vier jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van de artikelen 13, 17, 40 tot en met 44 van deze verordening, onder meer over de uitvoering van de verzameling en het gebruik van biometrische kenmerken, de geschiktheid van de gekozen ICAO-norm, naleving van de gegevensbeschermingsvoorschriften, ervaringen met externe dienstverleners met specifieke aandacht voor de verzameling van biometrische gegevens, de toepassing van de 59-maandenregel voor het kopiëren van vingerafdrukken en de organisatie van de inontvangstneming en behandeling van aanvragen.

Wir schlagen deshalb vor, dass sich der Europäische Rat darauf verständigt, dass die Mitgliedstaaten im Rahmen einer umfassenden Beschäftigungsstrategie dringlich drei spezifische strukturelle Herausforderungen angehen sollten, nämlich Anpassungsfähigkeit, Erhöhung der Erwerbsbeteiligung und Investitionen in das Humankapital.
Daarom stellen we voor dat de Europese Raad ermee instemt dat de lidstaten in het kader van een breed werkgelegenheidsbeleid spoed zetten achter drie structurele uitdagingen, namelijk aanpassingsvermogen, grotere arbeidsparticipatie en investering in menselijk kapitaal.

6. fordert die Mitgliedstaaten angesichts der vom Europäischen Rat von Lissabon im März 2000 festgelegten Zielvorgabe, die globale Beschäftigungsquote der Frauen auf 60% bis 2010 anzuheben, auf, a) bei der Ausarbeitung ihres nationalen Aktionsplans für die Durchführung der Leitlinien für Beschäftigung die geschlechtsspezifische Dimension in die in den ersten drei Pfeilern der besagten Leitlinien vorgesehenen Beschäftigungspolitiken einzubeziehen, b) spezifische Ziele festzulegen und Regelungen für die positiven Maßnahmen zu verabschieden, um den Arbeitsmarkt zu flexibilisieren, c) konkrete quantitative Ziele und Orientierungsfristen zu setzen, um das Lohngefälle zwischen Männern und Frauen zu verringern und d) vergleichbare Indikatoren sowie Verfahren der Weiterverfolgung und Bewertung der Chancengleichheit in allen Beschäftigungsbereichen festzulegen;
6. verzoekt de lidstaten om, in het licht van de doelstelling van de Europese Raad van Lissabon van maart 2000 om de totale participatiegraad van vrouwen vóór 2010 tot 60% te verhogen, a) bij de vaststelling van hun nationaal actieplan voor de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren voor de werkgelegenheid de genderproblematiek te integreren in de beleidsmaatregelen als bedoeld in de eerste drie pijlers van de bovengenoemde richtsnoeren, b) specifieke streefcijfers en voorschriften vast te stellen met betrekking tot positieve maatregelen om een einde te maken aan de segregatie op de arbeidsmarkt, c) precieze streefcijfers en -data vast te stellen om de loonverschillen tussen mannen en vrouwen te verkleinen en d) vergelijkbare indicatoren vast te stellen, alsmede procedures voor de follow-up en evaluatie van gelijke kansen in alle aspecten van de werkgelegenheid;