Im Gesetz vom 15. Dezember 1980 ist bereits vorgesehen, dass der Rat für Ausländerstreitsachen vorrangig die Beschwerden behandelt, die gegen Entscheidungen gerichtet sind, mit denen der Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose beschlossen hat, dass ein Asylantrag in Anwendung von Artikel 57/6 Absatz 1 Nr. 2 oder von Artikel 57/6/1 nicht berücksichtigt wird.
In de Vreemdelingenwet is reeds voorzien dat [de] Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de beroepen bij voorrang behandelt die worden ingesteld tegen de beslissingen waarbij de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen oordeelde dat een asielaanvraag, in toepassing van 57/6, eerste lid, 2°, of van 57/6/1 niet in overweging wordt genomen.