11. fordert, dass unmittelbar vor der Frühjahrstagung der Ministertroika de
ren Mitglieder eine Aussprache mit Vertretern der zuständigen Gremien des Panafrikanischen Parlaments und des Europäischen Parlaments abhalten, während derer die Parlamente ihre Vorschläge und Empfehlungen zum neuesten gemeinsamen jährlichen Fortschrittsbericht unterbreiten können; schlägt vor, dass die Debatte über die Vorschläge und Empfehlungen der Parlamente a
uf die Tagesordnung dieser Tagung der Ministertroika gesetzt werden; erwartet dass der nachfolgen
...[+++]de gemeinsame jährliche Fortschrittsbericht - der während der folgenden Herbsttagung der Ministertroika angenommen wird - einen Verweis darauf enthalten wird, wie diese Vorschläge und Empfehlungen berücksichtigt wurden; fordert, dass die parlamentarischen Vertreter die Minister der Troika auch am Rande der Herbsttagung der Troika treffen; 11. verlangt dat de leden van de ministeriële trojka onmiddellijk voorafgaand aan de voorj
aarsvergadering van deze trojka van gedachten wisselen met vertegenwoordigers van de bevoegde organen van het Pan-Afrikaanse parlement en het Europees Parlement, waarbij de parlementen hun voorstellen en aanbevelingen in verband met het meest recente gezamenlijke jaarlijkse voortgangsverslag kunnen voorleggen; stelt voor dat de behandeling van de voorstellen van het Parlement en aanbevelingen op de agenda van die trojkavergadering wordt geplaatst; verwacht dat het daaropvolgende gezamenlijke jaarlijkse voortgangsverslag − dat wordt goedgekeurd tij
...[+++]dens de trojkavergadering van de daaropvolgende herfst − vermeldt hoe met deze voorstellen en aanbevelingen rekening is gehouden; verlangt dat de vertegenwoordigers van de parlementen ook in de marge van de herfstvergadering van de trojka een ontmoeting hebben met de trojkaministers;