Vertaling van "rahmen einer globalisierten wissensbasierten wirtschaft " (Duits → Nederlands) :

M. in der Erwägung, dass die EU von einem „Wachstum ohne Arbeitsplätze“ bedroht ist, das die sozialen und wirtschaftlichen Grundlagen unserer Gesellschaften weiter gefährden und die langfristigen Aussichten der EU beeinträchtigen wird, im Rahmen einer globalisierten wissensbasierten Wirtschaft auf gleichberechtigter Ebene im Wettbewerb zu bestehen;
M. overwegende dat de EU bedreigd wordt door het vooruitzicht van een „banenloze groei”, die het sociale en economische weefsel van onze samenleving en de langetermijnvooruitzichten op gelijke concurrentie binnen de gemondialiseerde kenniseconomie voor de EU verder ondermijnt;

M. in der Erwägung, dass die EU von einem „Wachstum ohne Arbeitsplätze“ bedroht ist, das die sozialen und wirtschaftlichen Grundlagen unserer Gesellschaften weiter gefährden und die langfristigen Aussichten der EU beeinträchtigen wird, im Rahmen einer globalisierten wissensbasierten Wirtschaft auf gleichberechtigter Ebene im Wettbewerb zu bestehen;
M. overwegende dat de EU bedreigd wordt door het vooruitzicht van een “banenloze groei”, die het sociale en economische weefsel van onze samenleving en de langetermijnvooruitzichten op gelijke concurrentie binnen de gemondialiseerde kenniseconomie voor de EU verder ondermijnt;

Um nachhaltige globale Wettbewerbsfähigkeit zu erreichen, hat die EU keine andere Wahl, als zu einer dynamischen wissensbasierten Wirtschaft zu werden.
Wil de EU een duurzame concurrentiepositie op wereldniveau veroveren, dan moet zij alles in het werk stellen om een sterke kenniseconomie te worden.

Art. 2 - Zur Anwendung des vorliegenden Erlasses gelten folgende Definitionen: 1° Verwaltung: die Verwaltung im Sinne von Artikel D. 3 Ziffer 3 des Gesetzbuches; 2° Bienenzüchtervereinigung: die Vereinigung, die in Form einer VoG oder einer Hobbyistenvereinigung nach Artikel D. 100 des Gesetzbuches gegründet worden ist und sich aus Bienenzüchtern zusammensetzt; 3° Ausbildungszentrum für Bienenzüchter: das in Artikel D. 105 des Gesetzbuches erwähnte Ausbildungszentrum, das Ausbildungen in Bienenzucht nach Artikel 4 und Artikel 11 § 2 des Gesetzbuches organisiert; 4° Gesetzbuch: das Wallonische Gesetzbuch über die Landwirtschaft; 5° Referat: die Ausführungen, die sich auf einen spezifischen Bereich der Bienenzucht beziehen, gefolgt von einer Fragerunde, und die darauf abzielen, zur Weiterbildung der Bienenzüchter beizutragen; 6° Referent für Bienenzucht: der Ausbilder im Bereich der Bienenzucht, der theoretische Unterrichte erteilt oder Referate hält; 7° Grundausbildung: die Ausbildung, die durch die Organisation von praktischen und theoretischen Lehrgängen auf den Erwerb von Kenntnissen und Kompetenzen auf dem Gebiet der Bienenzucht abzielt, die ein für die Ausübung einer Tätigkeit im Bereich der Bienenzucht erforderliches Fundament an Grundwissen bilden; 8° Einführungslehrgang: das Bildungsmodel "Sensibilisierung für die Biene und die Bienenzucht", das vor der Grundausbildung organisiert wird und darauf abzielt, diese einzuführen, um so den Teilnehmern eine Orientierung zu bieten; 9° Spezialisierungslehrgang: die Ausbildung, die durch die Organisation von theoretischen und gegebenenfalls praktischen Lehrgängen im Hinblick auf die Professionalisierung einer Tätigkeit im Bereich der Bienenzucht auf die Entwicklung und Vertiefung der im Rahmen einer Grundausbildung erlangten Kenntnissen und Kompetenzen abzielt; 10° Sozialinspektion: die Direktion der Sozialinspektion der Abteilung Inspektion der operativen Generaldirektion Wirtschaft, Beschäftigung und Forschu ...
Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de Administratie : de Administratie zoals bedoeld in artikel D.3, 3°, van het Wetboek; 2° de vereniging voor bijenteelt: de vereniging, waarvan de juridische vorm een vzw is of en beroepsvereniging van liefhebbers bedoeld in artikel D. 100 van het Wetboek, samengesteld uit bijenhouders; 3° het scholingscentrum voor bijenteelt: het scholingscentrum bedoeld in artikel D. 105 van het Wetboek, dat opleidingen in bijenteelt organiseert zoals bepaald in de artikelen 4 en 11, § 2, van het Wetboek; 4° het Wetboek: het Waals Landbouwwetboek; 5° de lezing: de uiteenzetting die betrekking heeft op een bepaald bijenonderwerp, gevolgd door een vraag- en antwoordgesprek en dat tot doel heeft om deel te nemen aan de voortgezette opleiding van de bijenhouders; 6° de spreker inzake bijenteelt : de opleider inzake bijenteelt die de theoretische cursussen of de lezingen verstrekt; 7° de basiscursus: de opleiding die het vergaren beoogt, door de organisatie van theoretische en praktische cursussen, van kennis en vaardigheden inzake bijenteelt, die een sokkel van basiskennis voor de uitoefening van een bijenactiviteit vormen; 8° de initiatiecursus: de sensibiliseringsmodule inzake bijen en bijenteelt die, georganiseerd voorafgaand aan een basiscursus, laatstgenoemde gaat inleiden om de kandidaten deelnemers te oriënteren; 9° de specialisatiecursus: de opleiding die de ontwikkeling en de diepere kennis beoogt, door de organisatie van theoretische en, desgevallend, praktische cursussen, van kennis en vaardigheden opgedaan in het kader van een basiscursus, met als doel de professionalisering van een activiteit inzake bijenteelt; 10° de sociale inspectie: de Directie Sociale Inspectie van het Departement Inspectie van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst; 11° de Minister: de Minister van Landbouw; 12° de deelnemer : elke persoon bedoeld in artikel D.98, ...

In den Mitteilungen der Kommission vom 20. April 2005 und vom 10. Mai 2006„Das intellektuelle Potenzial Europas wecken: so können die Universitäten ihren vollen Beitrag zur Lissabonner Strategie leisten“ und „Das Modernisierungsprogramm für Universitäten umsetzen: Bildung, Forschung und Innovation“, in der Entschließung des Rates vom 23. November 2007 zur Modernisierung der Universitäten im Hinblick auf die Wettbewerbsfähigkeit Europas in einer globalisierten wissensbasierten Wirtschaft und in der Verordnung (EG) Nr. 294/2008 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 11. März 2008 zur Errichtung des Europäischen Innovations- und Technologieinstituts wird mit Nachdruck darauf hingewiesen, dass die europäischen Hochschuleinrichtungen ihre Zersplitterung überwinden und ihre Kräfte bündeln müssen, um die Qualität von Lehre und Forschung zu erhöhen und den sich wandelnden Bedürfnissen des Arbeitsmarkts besser zu begegnen.
In de mededelingen van de Commissie van 20 april 2005 en van 10 mei 2006„Mobilisatie van het intellect in Europa: mogelijkheden voor universiteiten om een optimale bijdrage te leveren aan de Lissabonstrategie” en „Invulling van de moderniseringsagenda voor de universiteiten — onderwijs, onderzoek en innovatie”, de resolutie van de Raad van 23 november 2007 over de modernisering van universiteiten met het oog op het concurrentievermogen van Europa in een wereldwijde kenniseconomie en in Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie wordt onderstreept dat de Europese instellingen voor hoger onderwijs hun fragmentering moeten overwinnen en hun krachten moeten bundelen met het oog op onderwijs en onderzoek van betere kwaliteit en een betere afstemming op de veranderende behoeften van de arbeidsmarkt.

Darüber hinaus leistet die Mobilität einen Beitrag zur Schaffung eines europäischen Raums der Bildung und Ausbildung, der Europa in seiner Gesamtheit im Rahmen einer globalisierten Wirtschaft stärkt, in der Kenntnisse, Intelligenz und Kreativität wichtige Elemente darstellen.
Bovendien draagt mobiliteit bij tot de vorming van een Europese ruimte voor onderwijs en opleiding, die Europa als geheel in een globaliserende economie versterkt, waar kennis, intelligentie en creativiteit belangrijke elementen zijn.

· In Anbetracht der zunehmenden Herausforderungen einer globalisierten digitalen Wirtschaft, die auf aus Drittländern heraus geführten Handelspraktiken zurückzuführen sind, ist gegebenenfalls eine verstärkte Zusammenarbeit mit internationalen Partnern erforderlich.[28]
· Gelet op de steeds grotere uitdagingen als gevolg van handelspraktijken uit derde landen in een geglobaliseerde digitale economie kan nauwere samenwerking met internationale partners noodzakelijk zijn[28].

Als Kernstück der Beschäftigungs- und Sozialpolitik steigert die berufliche Bildung nicht nur Wettbewerbsfähigkeit, Unternehmensleistungen und Innovationsfähigkeit im Rahmen einer globalisierten Wirtschaft, sondern sie trägt auch zu sozialer Gerechtigkeit und sozialem Zusammenhalt, persönlicher Entwicklung und aktiver Teilhabe am öffentlichen Leben bei.
Beroepsonderwijs en -opleiding, die een centrale plaats innemen in het werkgelegenheidsbeleid en het sociale beleid, bevorderen niet alleen het concurrentievermogen, de prestaties van de ondernemingen en de innovatie in het kader van een gemondialiseerde economie, maar ook de kansengelijkheid, de sociale samenhang, de persoonlijke ontplooiing en het actief burgerschap.

Durch die auf dem Gipfel von Lissabon gefassten Beschlüsse, auf die sich die Kommission bei dieser Arbeit konzentriert, wurden sehr viel dynamischere Prioritäten eingeführt, und die EBS hat sich von einem „Modell“ oder „Rahmen“ zu einer wirklichen Strategie mit eindeutig definierten Prioritäten wie z.B. einer dynamischen wissensbasierten Wirtschaft auf der Grundlage der Vollbeschäftigung mit hochwertigen Arbeitsplätzen, lebenslangem Lernen, Chancengleichheit und sozialer Integration gewandelt.
Via de besluiten op de Top van Lissabon, waarop de Commissie zich in verband met deze werkzaamheden richt, zijn meer dynamische prioriteiten ingevoerd en heeft de EWS zich van een model of kader ontwikkeld tot een echte strategie met naar behoren omschreven prioriteiten zoals een dynamische kenniseconomie, gebaseerd op volledige werkgelegenheid met werk van hoge kwaliteit, permanente educatie, gelijke kansen en sociale integratie.

2. fordert die Kommission auf, dem Rat und dem Parlament Vorschläge vorzulegen, die einen Sonderaktionsplan und einen globalen Beihilferahmen für die Fischkonservenindustrie in Erwägung ziehen und die bestehende Strukturpolitik ebenso berücksichtigen wie die neuen Leitlinien für die Regionalpolitik für den Zeitraum 2000 bis 2006, deren Grundsätze derzeit diskutiert werden; diese Vorschläge müssen auch die erforderlichen Finanzhilfen vorsehen, damit die Konservenindustrie der Gemeinschaft im Rahmen einer globalisierten Wirtschaft wettbewerbsfähig bleibt;
2. verzoekt de Commissie voorstellen bij de Raad en het Parlement in te dienen voor een specifiek actieprogramma en een algeheel kader voor steunverlening aan de visconservenindustrie waarin rekening wordt gehouden met het huidige structuurbeleid en met de nieuwe richtsnoeren van het regionaal beleid voor de periode 2000-2006, waarvan de beginselen momenteel worden besproken; deze voorstellen moeten tevens voorzien in de nodige financiële steun om ervoor te zorgen dat de communautaire conservenindustrie in het kader van een mondiale economie kan concurreren;