Im Vorentwurf der angefochtenen Bestimmung wurde der Minister der Justiz auf ein
e Stellungnahme des Kollegiums der Generalprokuratoren hin ermächtigt, die Befugnisse festzulegen, deren Ausübung durch den Korpschef den Juristen bei der Staatsanwaltschaft erteilt werden konnte, mit Ausnahme der Ausübung der Strafverfolgung vor den Kammern für Kriminalsachen der Appellationshöfe und der Korrektionalgerichte und der Befugnisse der St
aatsanwaltschaft im Rahmen des Gesetzes vom 20. Juli 1990 über die Untersuchungshaft (Parl. Dok., Kammer,
...[+++]2015-2016, DOC 54-1418/001, S. 234).Het voorontwerp van de bestreden bepaling verleende aan de minist
er van Justitie, op advies van het college van procureurs-generaal, delegatie om de bevoegdheden te bepalen waarvan de uitoefening door de korpschef kon worden toegewezen aan de parketjuristen, met uitzondering van het uitoefenen van de strafvordering voor de kamers
voor correctionele zaken van de hoven van beroep en de correctionele rechtbanken en van de bevoegdheden van het openbaar ministerie in het kader van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis
...[+++] (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1418/001, p. 234).