5.3.6. Abweichend von Nummer 5.3.2 muss es bei einer Störung in der Betätigungseinrichtung der Pumpe des hydrostatischen Antriebs möglich sein, das Fahrzeug mit der für die Hilfsbremsanlage vorgeschriebenen Wirkung zum Stillstand zu bringen.
5.3.6. In afwijking van punt 5.3.2 moet het, in geval van een defect aan het bedieningsorgaan van de pomp van de hydrostatische aandrijving, mogelijk zijn het voertuig tot stilstand te brengen met de voor het hulpremsysteem voorgeschreven remwerking.