(2) Der Präsident kann die zuvor erfolgte Verbindung von Rechtssachen nach Maßgabe des Absatzes 1 Unterabsatz 2 aufheben oder den Fall eines oder mehrerer Kläger, die gemeinsam mit anderen eine kollektive Klage erhoben haben, abtrennen.
2. Onder de in lid 1, tweede alinea, genoemde voorwaarden kan de president de voeging ongedaan maken of de zaak van een of meer verzoekers die tezamen met anderen collectief beroep hebben ingesteld, gescheiden behandelen.