(3) Stellt sich bei Anträgen auf die zusätzliche Prämie heraus, dass weniger als 50 % der landwirtschaftlich genutzten Fläche des betreffenden Betriebs in Gebieten gemäß Artikel 5 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 2529/2001 des Rates(20) über die gemeinsame Marktorganisation für Schaf- und Ziegenfleisch liegt, werden die zusätzliche Prämie nicht gezahlt und die Prämie für Mutterschafe und Ziegen um einen Betrag in Höhe von 50 % der zusätzlichen Prämie gekürzt.
3. Wanneer met betrekking tot aanvragen voor de aanvullende premie blijkt dat minder dan 50 % van de oppervlakte cultuurgrond van het bedrijf gelegen is in gebieden als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad(20) wordt de aanvullende premie niet betaald en wordt de ooien- en geitenpremie verlaagd met een bedrag dat gelijk is aan 50 % van de aanvullende premie.