Vertaling van "prozentsatz jedoch deutlich " (Duits → Nederlands) :

In einigen Ländern wie Frankreich, Belgien, Finnland, Portugal, Spanien, Schweden, Ungarn, Polen, Tschechische Republik, Malta und Italien ist dieser Prozentsatz jedoch deutlich höher.
In een aantal landen, zoals Frankrijk, België, Finland, Portugal, Spanje, Zweden, Hongarije, Polen, Tsjechië, Malta en Italië ligt dit percentage echter nog beduidend hoger.

26. bedauert, dass die Empfehlungen der UPR nicht bindend sind, was darauf zurückzuführen ist, dass die UPR es den Staaten erlaubt zu entscheiden, welche Empfehlungen sie annehmen können; stellt fest, dass in einigen Fällen, wie jenem Sri Lankas, der Prozentsatz der angenommenen Empfehlungen niedrig war; ist jedoch der Auffassung, dass nicht alle Empfehlungen nützlich oder im Einklang mit den internationalen Verpflichtungen im Bereich der Menschenrechte sein könnten; ist deshalb der Ansicht, dass dies deutlich macht, dass sich die UPR in bestimmten Fällen nicht als das nützlichste Instrument erweisen könnte, und betont nachdrücklich, wie wichtig – unter gleichzeitiger Beibehaltung der Ländermandate des UNHRC – das Einbringen unabhängiger Beobachtungsmechanismen und Erkenntnisse durch nichtstaatliche Organisationen in die UPR ist;
26. betreurt het niet bindende karakter van UPE-aanbevelingen, hetgeen voortvloeit uit het recht dat de UPE landen toekent om te beslissen welke aanbevelingen zij kunnen accepteren; merkt op dat het percentage geaccepteerde aanbevelingen in sommige gevallen, zoals dat van Sri Lanka, laag is; bedenkt evenwel dat niet alle aanbevelingen waardevol hoeven te zijn of in overeenstemming met internationale verplichtingen op het gebied van de mensenrechten; is daarom van mening dat hieruit blijkt dat de UPE in sommige gevallen wellicht niet het meest nuttige instrument is en onderstreept het belang van onafhankelijke monitoringmechanismen en bevindingen door NGO's in het UPE-proces, met handhaving van de landenmandaten van de UNHCR;

26. bedauert, dass die Empfehlungen der allgemeinen regelmäßigen Überprüfung nicht bindend sind, was darauf zurückzuführen ist, dass die allgemeine regelmäßige Überprüfung es den Staaten erlaubt zu entscheiden, welche Empfehlungen sie annehmen; stellt fest, dass in einigen Fällen, wie jenem Sri Lankas, der Prozentsatz der angenommenen Empfehlungen niedrig war; ist jedoch der Auffassung, dass nicht alle Empfehlungen nützlich oder im Einklang mit den internationalen Verpflichtungen im Bereich der Menschenrechte sein könnten; ist deshalb der Ansicht, dass dies deutlich macht, dass sich die allgemeine regelmäßige Überprüfung in bestimmten Fällen nicht als das nützlichste Instrument erweisen könnte, und betont nachdrücklich, wie wichtig – unter gleichzeitiger Beibehaltung der Ländermandate des Menschenrechtsrates – das Einbringen unabhängiger Beobachtungsmechanismen und Erkenntnisse durch nichtstaatliche Organisationen in die allgemeine regelmäßige Überprüfung ist;
26. betreurt het niet bindende karakter van de UPE-aanbevelingen, hetgeen voortvloeit uit het recht dat de UPE landen toekent om te beslissen welke aanbevelingen zij kunnen accepteren; merkt op dat het percentage geaccepteerde aanbevelingen in sommige gevallen, zoals dat van Sri Lanka, laag is; bedenkt evenwel dat niet alle aanbevelingen waardevol kunnen zijn of in overeenstemming met internationale verplichtingen op het gebied van de mensenrechten; is van mening dat hieruit blijkt dat de UPE in sommige gevallen wellicht niet het meest nuttige instrument is en onderstreept het belang van onafhankelijke monitoringmechanismen en bevindingen door NGO's in het UPE-proces, met handhaving van de landenmandaten van de UNHCR;

Die im Rahmen von MEDIA II gewährten Zuschüsse beliefen sich auf nur 0,51 % des Gesamtvolumens des europäischen audiovisuellen Sektors, waren jedoch in Ländern mit geringem Produktionspotenzial deutlich höher (0,80 %). Dieser Prozentsatz lag in Griechenland, Island, Belgien und Luxemburg über 1 %.
De door MEDIA II verleende steun vertegenwoordigde slechts 0,51% van het totale economische gewicht van de Europese audiovisuele sector, maar zij heeft een significantere rol gespeeld op het niveau van de landen met een geringe productiecapaciteit, waar zij gemiddeld 0,80% bedroeg. De steun beliep meer dan 1% in Griekenland, IJsland, België en Luxemburg.