37. ist fest davon überzeugt, dass gute Regierungsführung auf europäischer, nationaler, regionaler und lokaler Ebene sowie die wirksame Abstimmung zwischen den verschiedenen Regierungsebenen entscheidend dafür sind, dass die Qualität des Entscheidungsfindungsprozesses und der strategischen Planung sowie eine verbesserte Aufnahmekapazität für Mittel der Struktur- und Kohäsionsfonds und damit die erfolgreiche und wirksame Umsetzung der Kohäsionspolitik sichergestellt werden können; empfiehlt der Kommission und den Mitgliedstaaten, die Multi-Level-Governance im Einklang mit dem Vertrag, dem Subsidiaritätsprinzip und dem Partnerschaftsprinzip zu stärken und zu mobilisieren; betont, dass sowohl vertikale als auch horizontale Partnerschaftsstra
...[+++]tegien wichtig sind, und empfiehlt, die Qualität der Einbeziehung von Partnern zu bewerten; erinnert daran, dass Partnerschaft zu Vereinfachung führen kann, insbesondere im Verfahren der Projektauswahl; fordert die Mitgliedstaaten auf, die Ebenen unterhalb der nationalen Ebene gleich zu Beginn an der Festlegung von Investitionsprioritäten und dem Entscheidungsfindungsprozess selbst zu beteiligen und sie mit Akteuren der Zivilgesellschaft sowie Vertretern von Verbänden und Vereinigungen bei der Umsetzung der Programme zusammenzuführen; schlägt in diesem Zusammenhang vor, einen „Territorialen Pakt lokaler und regionaler Gebietskörperschaften zur Strategie Europa 2020“ in jedem Mitgliedstaat einzurichten; 37. is ervan overtuigd dat goed bestuur op Europees, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau en doeltreffende samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen essentieel zijn voor de kwaliteit van het besluitvormingsproces, de strategische planning en een betere absorptiecapaciteit van de structuurfondsen en het cohesiefonds en dus voor de succesvolle en doeltreffende
uitvoering van het cohesiebeleid; moedigt de Commissie en de lidstaten aan om „multi-level governance” (meerlagig bestuur) te versterken en te mobiliseren, overeenkomstig het Verdrag, het subsidiariteitsbeginsel en het partnerschapsbeginsel; benadrukt derhalve het be
...[+++]lang van een verticale en horizontale partnerschapsstrategie en beveelt aan de kwaliteit van de betrokkenheid van de partners te beoordelen, eraan herinnerend dat partnerschap tot vereenvoudiging kan leiden, met name in de projectselectieprocedure; verzoekt de lidstaten de subnationale instanties vanaf het begin bij de vaststelling van de investeringsprioriteiten en bij het besluitvormingsproces zelf te betrekken en deze samen met maatschappelijke actoren en vertegenwoordigers van verenigingen bij de uitvoering van het cohesiebeleid te betrekken; stelt in dit verband voor een territoriaal pact van lokale en regionale overheden met betrekking tot de Europa 2020-strategie in elke lidstaat in te stellen; 
