Jede der Einrichtungen oder Vereinigungen, die durch den Minister ersucht werden die in § 1, Absatz 2, 4° bis 14° erwähnten Sektoren oder Instanzen zu vertreten, schlägt dem Minister eine doppelte Liste der effektiven Kandidaten und der stellvertretenden Kandidaten pro erteiltes Mandat vor.
Elke instelling of vereniging waarop de Minister een beroep doet om de in § 1, tweede lid, 4° tot 14°, bedoelde sectoren of instanties te vertegenwoordigen maakt hem per toegewezen mandaat een dubbeltal van gewone en plaatsvervangende kandidaten over.