11. begrüßt die Stärkung der Rolle der nationalen Parlamente im Legislativprozess mit Hilfe der neuen Verpflichtung zur Kontrolle aller Legislativvorschläge, ausgenommen die Fälle, in denen das Subsidiaritätsprinzip keine Anwendung findet; stellt fest, dass es zu früh ist, eine Aussage darüber zu formulieren, wie diese neue Kontrollvorschrift die Arbeit des Ausschusses und des Parlaments in der Praxis berühren wird.
11. verwelkomt de versterking van de rol van nationale parlementen in het wetgevingsproces door de nieuwe verplichting tot toetsing van alle wetgevingsvoorstellen, behalve die waarvoor het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing is; merkt op dat het nog te vroeg is om aan te geven hoe deze nieuwe toetsingbepaling in de praktijk van invloed zal zijn op het werk van de commissies en het Parlement.