Eine Unterbrechung der Frist gemäß Unterabsatz 3 tritt jedoch nicht ein, wenn das potenzielle Mitglied innerhalb von zehn Arbeitstagen nach Beginn des Zeitraums der Unterbrechung eine Antwort auf die Anmerkungen des Mitgliedstaats übermittelt hat.
De termijn bedoeld in de derde alinea wordt echter niet onderbroken indien het kandidaat-lid de opmerkingen van de lidstaat beantwoordt binnen tien werkdagen na het begin van de periode van de onderbreking.