Nach Ansicht des Gerichts spielt es im vorliegenden Fall keine Rolle, ob jedes Einzelne der regelmäßigen Treffen den zwischenstaatlichen Handel beeinträchtigte; die Kommission war berechtigt, die potenzielle kumulierte Wirkung aller Treffen zu berücksichtigen.
Het Gerecht is van oordeel dat het in casu niet relevant is te weten of elk van de regelmatige bijeenkomsten de handel tussen lidstaten ongunstig beïnvloedt, maar dat de Commissie op goede gronden rekening kon houden met het gecumuleerde potentiële effect van alle bijeenkomsten.
