Es wurde angeführt, dass bei der Gewährung dieser Sozialvorteile « der Grundsatz des Verbots des unlauteren Wettbewerbs einzuhalten ist » und dass « die folgenden objektiven Unterschiede zu berücksichtigen sind: die finanzielle Belastbarkeit der Eltern und der Umstand, dass es sich um eine Schule mit positiver Diskriminierung handelt » (ebenda, Nr. 154-3, S. 10).
Er is gepreciseerd dat bij de toekenning van die sociale voordelen « het beginsel van verbod van oneerlijke praktijken zal moeten worden in acht genomen » en dat « rekening zal moeten worden gehouden met de volgende objectieve verschillen : de financiële draagkracht van de ouders, en het feit dat het om een school gaat met positieve discriminatie » (ibid. , nr. 154-3, p. 10).