Vertaling van "polizeilichen informationen nicht " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Direktion der operativen polizeilichen Informationen
Directie van de operationele politionele informatie

Organ für die Kontrolle der Verwaltung der polizeilichen Informationen
Controleorgaan van het politionele informatiebeheer

Schutz nicht offenbarter Informationen
bescherming van niet openbaar gemaakte informatie

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Aufgrund von Artikel 36ter/10 § 2 des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens überwacht das Organ für die Kontrolle der polizeilichen Informationen nicht nur die Regularität der Verarbeitungen in der AND, sondern auch diejenige der Verarbeitungen in den Basisdatenbanken.
Krachtens artikel 36ter/10, § 2, van de Privacywet houdt het Controleorgaan op de politionele informatie niet alleen toezicht op de regelmatigheid van de verwerkingen in de A.N.G., maar ook op die van de verwerkingen in de basisgegevensbanken.

Die Einhaltung der in Artikel 44/9 des Gesetzes über das Polizeiamt enthaltenen Regeln wird überwacht durch das Organ für die Kontrolle der polizeilichen Informationen, das aufgrund der Artikel 36ter/8 ff. des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens unter anderem die « Bewertung der Daten und Informationen », die in den polizeilichen Datenbanken enthalten sind, kontrollieren muss (Artikel 36ter/10 § 2), sowie « die korrekte Eingabe von ausreichenden, sachdienlichen und nicht übertriebenen Daten in die AND » (Parl. Dok., Kammer, 2013-2014, DOC 53-3105/001, S. 72).
Op de naleving van de in artikel 44/9 van de wet op het politieambt vervatte regels wordt toezicht gehouden door het Controleorgaan op de politionele informatie, dat, krachtens de artikelen 36ter/8 en volgende van de Privacywet, onder meer « de evaluatie van de gegevens en informatie » vervat in de politionele databanken dient te controleren (artikel 36ter/10, § 2), alsmede « de correcte voeding van de A.N.G. [door middel van] toereikende, ter zake dienende en niet overmatige gegevens » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3105/001, p. 72).

Daraus ergibt sich, dass der Gesetzgeber es als angebracht erachtet hat, die bereits vor dem angefochtenen Gesetz dem Ausschuss für den Schutz des Privatlebens erteilte Befugnis, bezüglich der polizeilichen Datenbanken aufzutreten in Bezug auf die Ausübung der in den Artikeln 10 und 12 des Gesetzes über den Schutz des Privatlebens vorgesehenen Rechte, nicht dem Organ für die Kontrolle der polizeilichen Informationen anzuvertrauen.
Daaruit blijkt dat de wetgever het aangewezen heeft geacht om de reeds vóór de bestreden wet aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegekende bevoegdheid om met betrekking tot de politionele databanken op te treden voor wat de uitoefening van de in de artikelen 10 en 12 van de Privacywet bedoelde rechten betreft, niet toe te kennen aan het Controleorgaan op de politionele informatie.

Vorbehaltlich dieser Auslegung entbehrt es, angesichts der Art der in Artikel 44/10 § 2 beschriebenen Ziele und unter Berücksichtigung einerseits der strikten Bedingungen für die Einsichtnahme der Archive und andererseits der darauf durch das Organ für die Kontrolle der polizeilichen Informationen ausgeübten Kontrolle nicht einer vernünftigen Rechtfertigung, dass die in der AND verarbeiteten Daten nicht unmittelbar gelöscht werden, nachdem sie unzureichend, nicht sachdienlich oder übertrieben werden oder nach Ablauf der in Artikel 44/9 des Gesetzes über das Polizeiamt vorgesehenen Fristen.
Onder voorbehoud van die interpretatie, is het, gelet op de aard van de in artikel 44/10, § 2, omschreven doelstellingen en rekening houdend met, enerzijds, de strikte voorwaarden verbonden aan de raadpleging van de archieven en, anderzijds, de controle die daarop wordt uitgeoefend door het Controleorgaan op de politionele informatie, niet zonder redelijke verantwoording dat de gegevens verwerkt in de A.N.G. niet onmiddellijk worden gewist na het ontoereikend, niet ter zake dienend of overmatig worden ervan of na het verstrijken van de in artikel 44/9 van de wet op het politieambt vervatte termijnen.

Obwohl in Artikel 44/11/9 § 2 des Gesetzes über das Polizeiamt vorgesehen ist, dass solche Mitteilungen erst nach einer Stellungnahme des Organs für die Kontrolle der polizeilichen Informationen möglich sind, geht aus diesem Artikel nicht hervor, ob diese Stellungnahme bindend ist oder nicht.
Ofschoon artikel 44/11/9, § 2, van de wet op het politieambt erin voorziet dat zulk een mededeling pas mogelijk is na advies van het Controleorgaan op de politionele informatie, blijkt uit dat artikel niet of dat advies bindend is of niet.

8. weist darauf hin, dass der in Protokoll Nr. 36 zum Vertrag von Lissabon vorgesehene Übergangszeitraum am 1. Dezember 2014 abgelaufen ist; betont, dass sich an diesen Übergangszeitraum ein gründliches Bewertungsverfahren der früheren Rechtsakte der dritten Säule und deren Umsetzung in der Gesetzgebung der Mitgliedstaaten anschließen muss; weist darauf hin, dass das Parlament bis April 2015 nicht mehr über die aktuelle Situation in Bezug auf jedes Rechtsinstrument – aus der Zeit vor dem Vertrag von Lissabon – im Bereich der justiziellen und polizeilichen Zusammenarbeit in allen Mitgliedstaaten informiert worden ist; fordert die Kommission auf, den Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit zu achten und dem Parlament diese Informationen so schnell wie möglich bereitzustellen;
8. herinnert eraan dat de in protocol 36 bij het Verdrag van Lissabon vastgelegde overgangsperiode op 1 december 2014 is geëindigd; benadrukt dat na afloop van deze overgangsperiode een omvattende evaluatie dient plaats te vinden van de maatregelen die zijn genomen onder de voormalige derde pijler en de uitvoering van die maatregelen door de lidstaten; wijst erop dat het Parlement sinds april 2015 nog niet is ingelicht over de stand van zaken met betrekking tot de verschillende wetgevingsmaatregelen die de lidstaten in de periode vóór Lissabon hebben vastgesteld op het gebied van justitiële en politiële samenwerking; verzoekt de Commissie het beginsel van loyale samenwerking te eerbiedigen en deze informatie zo snel mogelijk aan het Parlement ter beschikking te stellen;

44. weist darauf hin, dass der in Protokoll Nr. 36 zum Vertrag von Lissabon vorgesehene Übergangszeitraum am 1. Dezember 2014 abgelaufen ist; betont, dass sich an diesen Übergangszeitraum ein gründliches Verfahren zur Bewertung der früheren Rechtsakte der dritten Säule und deren Umsetzung in das nationale Recht der Mitgliedstaaten anschließen muss; weist darauf hin, dass das Parlament bis April 2015 nicht mehr über die aktuelle Situation in Bezug auf die einzelnen Rechtsinstrumente – aus der Zeit vor dem Vertrag von Lissabon – im Bereich der justiziellen und polizeilichen Zusammenarbeit in allen Mitgliedstaaten informiert worden ist; fordert die Kommission auf, den Grundsatz der loyalen Zusammenarbeit zu achten und dem Parlament diese Informationen so schnell wie möglich bereitzustellen;
44. herinnert eraan dat de in protocol 36 bij het Verdrag van Lissabon vastgelegde overgangsperiode op 1 december 2014 is geëindigd; benadrukt dat na afloop van deze overgangsperiode een omvattende evaluatie dient plaats te vinden van de maatregelen die zijn genomen onder de voormalige derde pijler en de uitvoering van die maatregelen door de lidstaten; wijst erop dat het Parlement sinds april 2015 nog niet is ingelicht over de stand van zaken met betrekking tot de verschillende wetgevingsmaatregelen die de lidstaten in de periode vóór Lissabon hebben vastgesteld op het gebied van justitiële en politiële samenwerking; verzoekt de Commissie het beginsel van loyale samenwerking te eerbiedigen en deze informatie zo snel mogelijk aan het Parlement ter beschikking te stellen;

(111) Die sich auf den Austausch von Informationen über die Zuverlässigkeit der Dienstleistungserbringer beziehenden Bestimmungen dieser Richtlinie sollten Initiativen im Bereich der polizeilichen und justiziellen Zusammenarbeit in Strafsachen nicht vorgreifen, insbesondere nicht Initiativen zum Austausch von Informationen zwischen den Strafverfolgungsbehörden und über Strafregister der Mitgliedstaaten.
(111) De bepalingen van deze richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie over de betrouwbaarheid van de dienstverrichter doen geen afbreuk aan initiatieven op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, met name inzake de uitwisseling van informatie tussen wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten en inzake strafregisters.