Wenn – so ebenfalls die Lehre – in den Bereichen Gemeinsame Außen- und Sicherheitspolitik oder polizeiliche und justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen vom Rat gemäß Artikel 24 oder 38 EUV Übereinkünfte geschlossen werden, so betreffen deren Rechtswirkungen nur die Mitgliedstaaten als einzelne, und für ihren Abschluss und ihre Ratifizierung gelten nach wie vor die im nationalen Recht vorgesehenen Modalitäten und Bedingungen (Artikel 24 1. Unterabsatz dritter Satz EUV).
Volgens dezelfde doctrine betekent dit dat als de Raad krachtens de artikelen 24 of 38 van het Verdrag betreffende de Europese Unie overeenkomsten sluit op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, de rechtsgevolgen ervan slechts gelden voor de afzonderlijke lidstaten en dat de nationale bepalingen en voorwaarden blijven gelden als het om het sluiten en de ratificatie ervan gaat (art. 24, eerste subparagraaf, derde zin, VEU).
