Vertaling van "politische rechte möglichst " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

politische Rechte [ Rechte ]
politieke rechtervleugel [ rechts | rechtse partijen ]

Verfassungsrecht [ Parlamentsrecht | politisches Recht ]
grondwettelijk recht [ parlementair recht | politiek recht | staatsrecht ]

Fakultativprotokoll zum Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte
Facultatief Protocol behorend bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten

Zweites Fakultativprotokoll zum Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte zur Abschaffung der Todesstrafe
Tweede Facultatieve Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, gericht op de afschaffing van de doodstraf

Internationaler Pakt über bürgerliche und politische Rechte | IPBPR [Abbr.]
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten | ICCPR [Abbr.] | IVBPR [Abbr.]

Internationaler Pakt über bürgerliche und politische Rechte
Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten

politische Rechte
politieke rechten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

19. bedauert, dass mehr als 20 Jahre nach der Annahme der Wiener Erklärung über die Universalität, die Unteilbarkeit, die Verknüpfung und das Ineinandergreifen aller Menschenrechte der Internationale Pakt über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte (IPWSKR) von der EU und ihren Mitgliedstaaten nicht als gleichrangig und mit der gleichen Entschiedenheit behandelt wird wie der Internationale Pakt über bürgerliche und politische Rechte (IPBPR), wie das Abstimmungsverhalten der EU im Menschenrechtsrat der Vereinten Nationen zeigt; erkennt die Bemühungen des UNHRC an, durch die Ernennung von Mandatsträgern der Sonderverfahren im Zusammenhang mit wirtschaftlichen, sozialen und kulturellen Rechten alle Menschenrechte als gleichrangig zu behandeln und sich ihnen mit der gleichen Entschiedenheit zu widmen; erklärt erneut, dass auch seitens der EU-Mitgliedstaaten besondere Anstrengungen unternommen werden sollten, um sicherzustellen, dass das Fakultativprotokoll zum Internationalen Pakt über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte, mit dem Beschwerde- und Untersuchungsverfahren geschaffen werden, von möglichst vielen Staaten ratifiziert wird;
19. betreurt het dat het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (ICESCR) meer dan 20 jaar na de aanneming van de Verklaring van Wenen inzake het universele karakter, de ondeelbaarheid, de onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid van alle mensenrechten door de EU en haar lidstaten niet op voet van gelijkheid en met dezelfde nadruk wordt behandeld als het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, zoals blijkt uit het stemgedrag van de EU in de UNHRC; erkent de inspanningen van de UNHRC om alle mensenrechten middels de aanstelling van mandaathouders voor speciale procedures met betrekking tot economische, sociale en culturele rechten op voet van gelijkheid te behandelen en dezelfde nadruk toe te kennen; hamert met klem op het belang van specifieke inspanningen, waaronder van de kant van de EU-lidstaten, gericht op een zo breed mogelijke ratificatie van het optioneel protocol bij het ICESCR houdende de vaststelling van klachten- en onderzoeksmechanismen;

21. ist der Auffassung, dass durch die Überprüfung die Unabhängigkeit des Amtes des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte (OHCHR) gewahrt, die Sonderverfahren geschützt und möglichst gestärkt und die Möglichkeit des Menschenrechtsrates, sich mit konkreten Menschenrechtsverletzungen durch Länderresolutionen und Ländermandate zu befassen, gewährleistet werden sollten; betont, wie wichtig es ist, sich gleichermaßen für soziale, kulturelle, bürgerliche und politische Rechte einzusetzen;
20. is van mening dat de herziening de onafhankelijkheid van het Bureau van de hoge commissaris voor de mensenrechten onverlet moet laten, de speciale procedures in stand moet houden en zo mogelijk moet versterken en de mogelijkheid voor de Mensenrechtenraad moet openhouden om via zijn landenspecifieke resoluties en mandaten tegen specifieke gevallen van mensenrechtenschendingen op te treden; onderstreept dat het van belang is de sociale, culturele, burger- en politieke rechten op gelijke wijze te benaderen;

8. legt China nahe, den Internationalen Pakt über bürgerliche und politische Rechte möglichst bald zu ratifizieren;
8. dringt er bij China op aan het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR) zo spoedig mogelijk te ratificeren;

25. äußert seine Ansicht, dass zwar eine umfassendere Debatte nötig ist, dass aber bei der Überprüfung die Unabhängigkeit des Amtes des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte (OHCHR) gewahrt bleiben, das Mittel der Sonderverfahren geschützt und möglichst gestärkt und die Möglichkeit des UNHRC, sich mit konkreten Menschenrechtsverletzungen durch Länderresolutionen und Ländermandate zu befassen, garantiert werden sollte; betont die Bedeutung der Unteilbarkeit der Menschenrechte, unabhängig davon, ob es sich um soziale, wirtschaftliche, kulturelle, bürgerliche oder politische Rechte handelt; erkennt die Debatten darüber an, wie der UNHRC gestärkt werden kann, ohne dass man sich des Pakets „Institutioneller Aufbau“ bedient; Mitwirkung der Europäischen Union
25. erkent dat er behoefte bestaat aan een uitgebreidere discussie, maar is van oordeel dat de herziening de onafhankelijkheid van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR) onverlet moet laten, de „speciale procedures” waarborgen en zo mogelijk versterken moet en de mogelijkheid voor de UNHCR moet openhouden om tegen bepaalde mensenrechtenschendingen via landenresoluties en landenmandaten op te treden; onderstreept het belang van de ondeelbaarheid van de sociale, economische, culturele, burgerlijke en politieke mensenrechten; is ingenomen met de discussies over de wijzen waarop de UNHCR versterkt kan worden zonder een beroep te hoeven doen op het proces van institutionele opbouw; Betrokkenheid van de EU

25. äußert seine Ansicht, dass zwar eine umfassendere Debatte nötig ist, dass aber bei der Überprüfung die Unabhängigkeit des Amtes des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte (OHCHR) gewahrt bleiben, das Mittel der Sonderverfahren geschützt und möglichst gestärkt und die Möglichkeit des UNHRC, sich mit konkreten Menschenrechtsverletzungen durch Länderresolutionen und Ländermandate zu befassen, garantiert werden sollte; betont die Bedeutung der Unteilbarkeit der Menschenrechte, unabhängig davon, ob es sich um soziale, wirtschaftliche, kulturelle, bürgerliche oder politische Rechte handelt; erkennt die Debatten darüber an, wie der UNHRC gestärkt werden kann, ohne dass man sich des Pakets „Institutioneller Aufbau“ bedient;
25. erkent dat er behoefte bestaat aan een uitgebreidere discussie, maar is van oordeel dat de herziening de onafhankelijkheid van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR) onverlet moet laten, de "speciale procedures" waarborgen en zo mogelijk versterken moet en de mogelijkheid voor de UNHCR moet openhouden om tegen bepaalde mensenrechtenschendingen via landenresoluties en landenmandaten op te treden; onderstreept het belang van de ondeelbaarheid van de sociale, economische, culturele, burgerlijke en politieke mensenrechten; is ingenomen met de discussies over de wijzen waarop de UNHCR versterkt kan worden zonder een beroep te hoeven doen op het proces van institutionele opbouw;

Verstösst Artikel 13 § 1 des Dekrets vom 2. Juli 1981 über die Vermeidung von Abfällen und die Abfallwirtschaft gegen die Artikel 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung und mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem die Umschreibung ' alle Massnahmen zu ergreifen, die ihr vernünftigerweise zugemutet werden können, um die Gefahr für die Gesundheit des Menschen oder für die Umwelt, insbesondere das Risiko für Wasser, Luft, Boden, Fauna und Flora, Lärm- oder Geruchsbelästigung, Schäden an Natur- und landschaftlichen Schönheiten zu verhindern beziehungsweise möglichst zu beschränken ' keinen ausreichenden normativen Inhalt hat, um eine Straftat definieren zu können?
Schendt artikel 13, § 1, van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 7 EVRM en artikel 15 van het BUPO-Verdrag, doordat de omschrijving ' alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevraagd om gevaar voor de gezondheid van de mens of voor het leefmilieu, meer bepaald risico voor water, lucht, bodem, fauna en flora, geluids- of stankhinder, schade aan natuur- en landschapsschoon te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken ' geen voldoende normatieve inhoud heeft om een misdrijf te kunnen definiëren ?

1. « Verstösst Artikel 22 Absatz 2 des Dekrets vom 28. Juni 1985 über die Umweltgenehmigung gegen die Artikel 12 und 14 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung und mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem die Umschreibung ' die nötigen Massnahmen treffen, um Schäden, Belästigung und schweren Unfällen vorzubeugen und bei einem Unfall dessen Folgen für Mensch und Umwelt möglichst zu beschränken ' keinen ausreichenden normativen Inhalt hat, um eine Straftat definieren zu können?
1. « Schendt artikel 22, tweede lid, van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 7 EVRM en artikel 15 van het BUPO-verdrag, doordat de omschrijving ' de nodige maatregelen treffen om schade, hinder en zware ongevallen te voorkomen en, om bij ongeval de gevolgen ervan voor de mens en het leefmilieu zo beperkt mogelijk te houden ' geen voldoende normatieve inhoud heeft om een misdrijf te kunnen definiëren ?

2. « Verstösst Artikel 13 § 1 des Dekrets vom 2. Juli 1981 über die Vermeidung von Abfällen und die Abfallwirtschaft gegen die Artikel 12 und 14 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung und mit Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem die Umschreibung ' alle Massnahmen zu ergreifen, die ihr vernünftigerweise zugemutet werden können, um die Gefahr für die Gesundheit des Menschen oder für die Umwelt, insbesondere das Risiko für Wasser, Luft, Boden, Fauna und Flora, Lärm- oder Geruchsbelästigung, Schäden an Natur- und landschaftlichen Schönheiten zu verhindern beziehungsweise möglichst zu beschränken ' keinen ausreichenden normativen Inhalt hat, um eine Straftat definieren zu können?
2. « Schendt artikel 13, § 1, van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 7 EVRM en artikel 15 van het BUPO-verdrag, doordat de omschrijving ' alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevraagd om gevaar voor de gezondheid van de mens of voor het leefmilieu, meer bepaald risico voor water, lucht, bodem, fauna en flora, geluids- of stankhinder, schade aan natuur- en landschapsschoon te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken ' geen voldoende normatieve inhoud heeft om een misdrijf te kunnen definiëren ?