Traduction de «plünderung eigentum » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

geistiges Eigentum [ Schutz des geistigen Eigentums ]
intellectuele eigendom [ intellectueel recht ]

gewerbliches Eigentum [ Schutz des gewerblichen Eigentums ]
industriële eigendom

TRIPS [ Übereinkommen über handelsbezogene Aspekte der Rechte an geistigem Eigentum | Übereinkommen über Rechte an geistigem Eigentum ]
TRIP's [ ADPIC | overeenkomst over intellectuele eigendomsrechten | regelingen inzake bescherming van de intellectuele eigendom | TRIP | TRIP(S)-overeenkomst | TRIPS ]

Plünderung
plunderen | plundering

Plünderung
plundering

Eigentümer | rechtlicher Eigentümer
blooteigenaar | blote eigenaar | juridisch eigenaar

Existenz und Eigentum | tatsächliches Vorhandensein und Eigentum
bestaan en eigendom

Eigentum
eigendom

als Eigentum
in eigendom

Missbrauch von Rechten an geistigem Eigentum
misbruik van de intellectuele eigendomsrechten

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

A. in der Erwägung, dass Vojislav Šešelj, der Vorsitzende der Serbischen Radikalen Partei, vor dem ICTY angeklagt ist, und zwar wegen Verfolgungen aus politischen, rassischen oder religiösen Gründen, Vertreibung, unmenschlicher Handlungen (zwangsweise Überführung, Verbrechen gegen die Menschlichkeit) sowie wegen Mordes, Folter, grausamer Behandlung, mutwilliger Zerstörung von Dörfern und nicht durch militärische Zwänge gerechtfertigte Verwüstungen, der Zerstörung und der vorsätzlichen Beschädigung von religiösen Einrichtungen und Bildungseinrichtungen, Plünderung öffentlichen und privaten Eigentums (Verstöße gegen die Gesetze und Gebräuche des Krieges) in Kroatien, Bosnien und Herzegowina und Teilen der Vojvodina (Serbien), wobei diese Taten zwischen 1991 und 1993 begangen wurden;
A. overwegende dat Vojislav Šešelj, de voorzitter van de Servische Radicale Partij, voor het ICTY terechtstaat op verdenking van vervolging op politieke, raciale of religieuze gronden, deportatie, onmenselijke daden, deportatie onder dwang, misdaden tegen de menselijkheid, moord, marteling, wrede behandeling, moedwillige verwoesting van dorpen of verwoestingen zonder militaire noodzaak, vernieling of opzettelijke beschadiging van godsdienstige of onderwijsinstellingen, plunderen van privébezit (schending van de wetten en gebruiken van de oorlog) in Kroatië, Bosnië en Herzegovina en in delen van Vojvodina (Servië) tussen 1991 en 1993;

1. verurteilt die von beiden Konfliktparteien begangenen Gräueltaten aufs Schärfste; verurteilt insbesondere in höchstem Maße die verbreiteten Tötungen – häufig aufgrund ihrer ethnischen Zugehörigkeit – von Zivilisten, die massive Zerstörung und Plünderung zivilen Eigentums und die Morde an humanitären Helfern; verurteilt außerdem die von Offizieren der Armee begangenen eklatanten Menschenrechtsverletzungen wie Folter und sexuelle Gewalt, wozu auch Gewalt gegen Kinder – von denen einige den Folgen dieser schrecklichen Gräueltaten erlagen –, Hinrichtungen ohne Gerichtsverfahren und willkürliche Verhaftungen mit den häufig damit verbundenen Misshandlungen gehören, die nach wie vor nicht bestraft werden; ist darüber hinaus zutiefst besorgt über die zunehmenden Einschränkungen der Freiheit der Meinungsäußerung, der Medien und der Zivilgesellschaft;
1. veroordeelt krachtig de wreedheden die worden begaan door beide partijen in het conflict; spreekt, in de sterkst mogelijke bewoordingen, zijn afkeuring uit over met name het op grote schaal vermoorden van burgers, vaak op basis van hun etnische afkomst, de massale vernietiging en plundering van eigendommen van burgers, en het vermoorden van humanitaire hulpverleners; veroordeelt eveneens de grove schendingen van de mensenrechten die straffeloos aanhouden, zoals foltering en seksueel geweld, gepleegd door legerofficieren, onder meer tegen kinderen, waarvan er sommigen zijn gestorven als gevolg van deze afschuwelijke daden, buitengerechtelijke executies en willekeurige detenties, die vaak gepaard gaan met slechte behandeling; is eveneens zeer verontrust over de toenemende beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en het maatschappelijk middenveld;

So wurde in Artikel 6b der Nürnberger Charta ausdrücklich bestimmt, dass der Raub von Privateigentum während des Krieges nach dem Völkerrecht ein Verbrechen darstellen kann. In seinem abschließenden Urteil entschied der Gerichtshof, dass die Plünderung von Eigentum nach dem 1. September 1939 in bestimmten Fällen ein Verbrechen gegen die Menschheit darstellt (Der Gerichtshof hat die Plünderung von Gütern aus jüdischem Besitz vor diesem Datum nicht entschuldigt, sondern lediglich festgestellt, dass sie kein Kriegsverbrechen darstellt. Deutschland selbst hat das Plündern von Vermögen vor diesem Zeitpunkt in mehreren Nachkriegs-Übereinkommen als ungesetzlich anerkannt).
In zijn slotvonnis stelde het Tribunaal expliciet dat bepaalde plunderingen na 1 september 1939 een misdaad tegen de menselijkheid vormden (Roof van joden voor die datum werd niet verontschuldigd, maar vormde volgens het Tribunaal geen oorlogsmisdaad. Duitsland heeft zelf in diverse naoorlogse verdragen de eerdere plunderingen als illegaal erkend).

Zunächst einmal war und bleibt die systematische und diskriminierende Plünderung von Eigentum durch totalitäre Regime eine schwere Verletzung des vom Europäischen Menschenrechtsgerichtshofs und der Charta der Grundrechte der Europäischen Union anerkannten Menschenrechts auf friedliche Nutznießung von Eigentum. Die Entscheidung darüber, wie die Rechte der von diesen Verletzungen Betroffenen behandelt werden sollten, wirft ganz entschieden rechtliche Fragen auf.
Ten eerste was en is de systematische en discriminerende roof van bezittingen door totalitaire regimes een door het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende ernstige schending van het mensenrecht op het vreedzame genot van bezit.