Das Ende des bewaffneten Terrorismus der PKK wurde noch nicht genutzt, um eine globale Politik gegenüber den südöstlichen Provinzen und der kurdischen Identität zu verfolgen; ebenso wenig wurde die Gelegenheit, die das unzweideutige Urteil des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte bot, genutzt, um Leyla Zana und die anderen noch inhaftierten ehemaligen Abgeordneten der HADEP-Partei freizulassen.
Ondanks de stopzetting van het gewapend terrorisme van de PKK is er nog steeds geen sprake van een algemeen beleid ten aanzien van de zuidoostelijke provincies en de Koerdische identiteit. En het eenduidige arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de mens heeft evenmin geleid tot de vrijlating van Leyla Zana en de andere voormalige afgevaardigden van HADEP.