Die von der Gemeinschaft während dieser ersten Phase übernommene Rolle war bescheiden, und zwar angesichts ihres eher engen Spielraums und des ungleichen Protagonismus der Nationalstaaten, von denen zwei (Frankreich, Vereinigtes Königreich) jeweils über einen Sitz im Sicherheitsrat der UNO verfügen, der zweifellos das strategische Herz der Organisation darstellt.
De rol van de Gemeenschap was in deze eerste periode bescheiden, als gevolg van haar veeleer beperkte manoeuvreerruimte en het verschillende gewicht van de lidstaten, waarvan er twee (Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) permanent lid zijn van de Veiligheidsraad, ongetwijfeld de strategische kern van de Organisatie.
