I. unter Hinweis darauf, dass bei jedem künftigen Regelungsrahmen der Union für die Bekämpfung der Cyberkriminalität gewährleistet werden muss, dass die Sicherheitserfordernisse jedes Mitgliedstaates und der Union mit den Grundsätzen der europäischen Bürgerschaft vereinbar sind, und dass ein ausgewogenes Gleichgewicht zwischen den Bemühungen zur Bekämpfung der Computerkriminalität und den Grundrechten auf Schutz der Privatsphäre und Schutz der persönlichen Daten hergestellt werden muss,
I. overwegende dat een toekomstig regelgevingskader van de Unie voor computercriminaliteit dusdanig moet zijn dat de beveiligingsvoorschriften van elke lidstaat en van de Unie overeenstemmen met de beginselen van het Europees burgerschap en dat voor een billijk evenwicht moet worden gezorgd tussen de inspanningen ter bestrijding van computercriminaliteit en het fundamentele recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens;