40. ist der Auffassung, da
ss bei der Wahl der Personen, die die Ämter des Präsidenten des Europäischen Rates, des Präsidenten der Kommission und des Vizepräsidenten der Kommission (Hoher Vertreter) übernehmen sollen, die einschlägigen fachlichen Kompetenzen der Kandidaten berücksichtigt werden sollten; erkennt ferner an, dass bei der Wahl auch zu berücksichtigen ist, dass die geografische und demografische Vie
lfalt der Union und ihrer Mitgliedstaaten geachtet werden muss, wie es in der Erklärung Nr. 6 im Anhang z
...[+++]u der vorstehend genannten Schlussakte vorgesehen ist; 40. is van mening dat bij de keuze van personen voor de ambten van Voorzitter van de Europese Raad, Voorzitter van de Commissie en Ondervoorzitter van de Commissie (Hoge Vertegenwoordiger) rekening moet worden gehouden met de inhoudelijke competenties van de kandidaten; erkent daarnaast dat, zoals bepaald in Verklaring 6 die is aangehecht aan de bovengenoemde slotbepaling , ook rekening moet worden gehouden met de geografische en demografische verscheidenheid van de Unie en de lidstaten;