Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Juristische Person nach Völkerrecht
Juristische Person nach ausländischem Recht

Vertaling van "personal nach fünf " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
juristische Person nach ausländischem Recht

rechtspersoon naar buitenlands recht


juristische Person nach Völkerrecht

rechtspersoon naar internationaal recht
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der neue, durch das vorerwähnte Gesetz eingefügte Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches bestimmt, dass die persönlichen Klagen nach Ablauf von zehn Jahren verjährt sind, mit Ausnahme der Schadensersatzklagen, die auf außervertraglicher Haftung beruhen; diese verjähren nach fünf Jahren ab dem Tag, der demjenigen folgt, an dem der Benachteiligte von dem Schaden oder dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person Kenntnis erhalten h ...[+++]

Het nieuwe artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd door voormelde wet, bepaalt dat de persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar, met uitzondering van de rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid, die verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon, waarbij die vorderingen in ieder geval verjaren door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is ver ...[+++]


60ter - § 1. Wenn der Nachlass der verstorbenen Person mindestens einen Volleigentumsanteil an der Immobilie umfasst, wo der Verstorbene seit mindestens fünf Jahren am Datum des Todesfalls seinen Hauptwohnort hatte, und diese Immobilie, die ganz oder teilweise zu Wohnungszwecken bestimmt ist und in der Wallonischen Region liegt, von einem Erben, einem Vermächtnisnehmer oder einem Schenkungsempfänger in direkter Linie erworben wird, so wird die Erbscha ...[+++]

§ 1. Indien de erfopvolging van de overledene minstens één aandeel in volle eigendom in het onroerend goed bevat waar de overledene zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad sinds minstens vijf jaar op datum van zijn overlijden en dat onroerend goed, geheel of gedeeltelijk bestemd voor bewoning en in het Waalse Gewest gelegen, verkregen wordt door een erfgenaam, een legataris of een begiftigde in de rechte lijn, wordt het successierecht dat van toepassing is op de netto-waarde van zijn aandeel in die woning, na aftrek, in voorkomend geval, van de waarde van het beroepsdeel van dat onroerend goed onderworpen aan het verlaagde percentage van artikel 60bis, ...[+++]


« - Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 25 desselben Gesetzbuches, mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände und mit Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, jedoch nur insofern er dazu führt, dass eine Person, die bei Mordversuch wegen eines korrektionalisierten Verbrechens, das weniger als fünf Jahre ...[+++]

« - Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van hetzelfde Wetboek, met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden en met artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doch enkel in zoverre het tot gevolg heeft de persoon die voor een poging to ...[+++]


Weder die Beschaffenheit der Kriminalstrafe, noch das Bemühen, die Arbeitsbelastung des Assisenhofes zu verringern, können es vernünftigerweise rechtfertigen, dass eine Person, die nach ihrer Verurteilung zu einer Gefängnisstrafe von wenigstens einem Jahr und weniger als fünf Jahre, nachdem diese Strafe abgeleistet ist oder seitdem diese Strafe verjährt ist, wegen Mordversuchs verurteilt wird, hinsichtlich der Möglichkeit einer bedingten Freilassung unterschiedlich behandelt wird, je nachdem, ...[+++]

Noch de aard van de criminele straf, noch de bekommernis om de werklast van het hof van assisen te verminderen, kunnen redelijkerwijs verantwoorden dat een persoon die, na zijn veroordeling tot een gevangenisstraf van ten minste één jaar en minder dan vijf jaar nadat hij die straf heeft ondergaan of sinds die straf is verjaard, wordt veroordeeld wegens poging tot moord, op het vlak van de mogelijkheid voor een voorwaardelijke invrijheidstelling, verschillend wordt behandeld naargelang hij wordt verwezen naar het hof van assisen en wordt veroordeeld tot een criminele straf, da ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Ist Artikel 42quater des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, obwohl der Anfangspunkt der in den nachstehenden Bestimmungen erwähnten Zeiträume unterschiedlich ist, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem der Minister oder sein Beauftragter innerhalb von fünf Jahren nach Zuerkennung des Rechts auf Aufenthalt dem Aufenthaltsrecht des Ehepartners eines belgischen Staatsangehörigen ein Ende setzen kann, insbesondere wen ...[+++]

« Is, hoewel de in de onderstaande bepalingen beoogde periodes verschillen ten aanzien van het aanvangspunt ervan, artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de minister of zijn gemachtigde binnen vijf jaar na de erkenning van het verblijfsrecht een einde kan maken aan het verblijfsrecht van de echtgenoot van een Belg, wanneer met name het huwelijk met die laatste wordt ontbonden en die vreemdeling, in de loop van het vierde of het vijfde jaar van die periode, ...[+++]


Die Forderung gegenüber haftenden Dritten, die gleichzeitig eine Straftat begehen, verjährt nach fünf Jahren ab dem Tag, nach dem die geschädigte Person Kenntnis von der Identität des Straftäters oder vom Schaden erhält, und spätestens zwanzig Jahre ab dem Tag nach demjenigen, an dem sich die zu dem Schaden führende Tat ereignet hat » (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, S. 32).

De vordering ten opzichte van de aansprakelijke derde die tegelijkertijd een misdrijf uitmaakt, verjaart door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op de kennisname door de benadeelde van de identiteit van de dader of van de schade en uiterlijk door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. 32).


Vor seiner Aufhebung durch das Gesetz vom 26. Mai 2002 sah das Gesetz vom 7. August 1974 vor, dass in dem Fall, wo eine Person aufgrund von Rechten, die sie während des Zeitraums besass, für den ihr ein Existenzminimum ausgezahlt wurde, Einkünfte erhält, die Forderung des ÖSHZ auf Rückzahlung gegenüber dem Empfänger des Existenzminimums (Artikel 12 des Gesetzes vom 7. August 1974) nach fünf Jahren verjährte gemäss Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches (Artikel 15 Absatz 1 des Gesetzes vom 7. August 1974).

Voordat ze werd opgeheven bij de wet van 26 mei 2002, bepaalde de wet van 7 augustus 1974 dat wanneer een persoon de beschikking kreeg over inkomsten krachtens rechten die hij bezat tijdens de periode waarvoor hem een bestaansminimum werd uitbetaald, de vordering van het OCMW tot terugbetaling ten laste van de rechthebbende op het bestaansminimum (artikel 12 van de wet van 7 augustus 1974) door verloop van vijf jaar verjaarde, overeenkomstig artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek (artikel 15, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974).


Der Hof wird über die Vereinbarkeit von Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, indem diese Bestimmung eine fünfjährige Verjährungsfrist für Forderungen aufgrund der ausservertraglichen Haftung der öffentlichen Hand vorsieht, und zwar ab dem ersten Januar des Haushaltsjahres, in dem sie entstanden sind, während die gemeinrechtlichen Schadenersatzforderungen aufgrund der ausservertraglichen Haftung nach fünf Jahren ab dem Tag, der demjenigen folg ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 100, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het voorziet in een vijfjarige verjaringstermijn voor schuldvorderingen op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid, te rekenen vanaf de eerste januari van het begrotingsjaar in de loop waarvan zij zijn ontstaan, terwijl de gemeenrechtelijke schuldvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansp ...[+++]


Der Hof wird über die Vereinbarkeit von Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, indem diese Bestimmung eine fünfjährige Verjährungsfrist für Forderungen aufgrund der ausservertraglichen Haftung der öffentlichen Hand vorsieht, und zwar ab dem ersten Januar des Haushaltsjahres, in dem sie entstanden sind, während die gemeinrechtlichen Schadenersatzforderungen aufgrund der ausservertraglichen Haftung nach fünf Jahren ab dem Tag, der demjenigen folg ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 100, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het voorziet in een vijfjarige verjaringstermijn voor schuldvorderingen op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de overheid, te rekenen vanaf de eerste januari van het begrotingsjaar in de loop waarvan zij zijn ontstaan, terwijl de gemeenrechtelijke schuldvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansp ...[+++]


(2) Macht ein Eisenbahnunternehmen, Fahrkartenverkäufer und/oder Reiseveranstalter von der Ausnahmeregelung nach Artikel 19 Absatz 2 Gebrauch, so informiert es/er die betroffene Person mit einer Behinderung oder Person mit eingeschränkter Mobilität auf Anfrage innerhalb von fünf Werktagen nach der Ablehnung einer Buchung oder der Ausstellung eines Fahrscheins oder der Auflage, von einer anderen Person begleitet zu werden, schriftli ...[+++]

2. Wanneer een spoorwegonderneming, een verkoper van vervoerbewijzen of touroperator gebruik maakt van de afwijking uit hoofde van artikel 19, lid 2, stelt zij of hij op verzoek de betrokken gehandicapte persoon of persoon met beperkte mobiliteit binnen vijf werkdagen na de weigering van de boeking of het vervoerbewijs, dan wel het opleggen van de voorwaarde van begeleiding, schriftelijk in kennis van de redenen daarvoor.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'personal nach fünf' ->

Date index: 2024-07-18
w