Wenn zur Festsetzung des Betrags der einzigen Pension die in Artikel 2 des obengenannten königlichen Erlasses Nr. 206 vom 29. August 1983 vorgesehene Zeitverkürzung angewandt wurde, wird die in Absatz 1 Nr. 1 vorgesehene Dauer der Dienstleistungen und Zeiträume gemäss den Bestimmungen von Artikel 2 dieses Erlasses festgelegt und gilt als letztes Tätigkeitsgehalt im Sinne von Absatz 1 Nr. 2 für jedes Amt dasjenige, das in Artikel 3 desselben Erlasses bestimmt wird.
Als voor de vaststelling van het bedrag van het enig pensioen de tijdsinkorting werd toegepast bepaald in artikel 2 van voormeld koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983, wordt de in het eerste lid, 1°, bedoelde duur van diensten en periodes vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 van dat besluit en is de in het eerste lid, 2°, bedoelde laatste activiteitswedde, voor elk ambt, die welke bepaald is in artikel 3 van datzelfde besluit.