« Verstossen die Artikel 203 und 205 des Zivilgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass die Verwandten in aufsteigender Linie, die keine Erb
en eines Erblassers sind, zur Zahlung der Kosten seiner letzten Krankheit dem Kranke
nhaus gegenüber gehalten sind - und dies sogar im Falle
einer Erbschaftsausschlagung ihrerseits -, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern somit den Verwand
...[+++]ten in aufsteigender Linie, die keine Erben eines Erblassers sind, ein ' privilège sans texte ' seitens eines Krankenhauses entgegengehalten würde, während jedem anderen Gläubiger die Folgen der Ausschlagung entgegengehalten würden?« Schenden de artikelen 203 en 205 van het Burgerlijk Wetboek, geïnterpreteerd in die zin dat de bloedverwa
nten in de opgaande lijn die geen erfgenaam zijn van een erflater, gehouden zijn tot
betaling van diens kosten van laatste ziekte ten aanzien van een ziekenhuisinstelling - en dit zelfs als zij de nalatenschap hebben verworpen -, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre aldus aan de bloedverwa
nten in de opgaande lijn die ...[+++]geen erfgenaam zijn van een erflater, een ' privilège sans texte ' zou worden tegengeworpen door een ziekenhuisinstelling, terwijl aan iedere andere schuldeiser de gevolgen van de verwerping zouden worden tegengeworpen ?