Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «partei führt ausserdem ausschliesslich klagegründe » (Allemand → Néerlandais) :

Die klagende Partei führt einen einzigen Klagegrund an, der aus einem Verstoß der angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikel 23, mit den Artikeln 19 und 26 des Übereinkommens der Vereinten Nationen vom 13. Dezember 2006 über die Rechte von Menschen mit Behinderungen und mit den Artikeln 14, 15, 16 und 30 der Europäischen Sozialcharta vom 3. Mai 1996, abgeleitet ist.

De verzoekende partij voert een enig middel aan dat is afgeleid uit de schending, door de bestreden bepalingen, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 ervan, met de artikelen 19 en 26 van het Verdrag van de Verenigde Naties van 13 december 2006 inzake de rechten van personen met een handicap en met de artikelen 14, 15, 16 en 30 van het Europees Sociaal Handvest van 3 mei 1996.


Insofern die klagende Partei in ihrem Begründungsschriftsatz den Gegenstand ihrer Klage auf nicht in der Klageschrift erwähnte Normen erweitert, führt sie einen neuen Klagegrund an, der nicht zulässig ist.

In zoverre de verzoekende partij in haar memorie met verantwoording het onderwerp van haar beroep uitbreidt tot normen die niet in het verzoekschrift werden beoogd, voert zij een nieuw middel aan, dat niet ontvankelijk is.


Der Ministerrat führt an, dass die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6493 ausschließlich Beschwerdegründe gegen die Artikel 121 und 128 des Gesetzes vom 5. Februar 2016 anführe, sodass der Klagegrund für unzulässig erklärt werden müsse, insofern er gegen die Artikel 129, 130 und 136 desselben Gesetzes gerichtet sei.

De Ministerraad voert aan dat de verzoekende partij in de zaak nr. 6493 uitsluitend grieven ontwikkelt tegen de artikelen 121 en 128 van de wet van 5 februari 2016, zodat het middel niet ontvankelijk moet worden verklaard in zoverre het is gericht tegen de artikelen 129, 130 en 136 van dezelfde wet.


Im vierten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6279 führt die klagende Partei, ein Zivilingenieur, der bei einem autonomen Betrieb öffentlichen Rechts arbeitet, an, dass die Artikel 2, 3, 6 und 7 des angefochtenen Gesetzes gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstießen, da sie zu einer Diskriminierung zwischen Beamten untereinander führten, je nachdem, ob für ihre Ernennung ein Diplom erforderlich gewesen sei oder nicht; Beamte, die im Alter von 18 Jahren als Beamter zu arbeiten begonnen hät ...[+++]

In het vierde middel in de zaak nr. 6279 betoogt de verzoekende partij, een burgerlijk ingenieur die werkzaam is in een autonome onderneming van publiek recht, dat de artikelen 2, 3, 6 en 7 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden doordat zij een discriminatie zouden teweegbrengen tussen ambtenaren onderling, naargelang voor hun benoeming al dan niet een diploma vereist was; ambtenaren die op achttienjarige leeftijd als ambtenaar zijn beginnen te werken, zouden immers op de leeftijd van 61 jaar op vervroegd pensioen kunnen gaan met een anciënniteit van 43 jaar, terwijl een arts in de openbare secto ...[+++]


Im ersten Teil des ersten Klagegrunds führt die klagende Partei an, dass gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstoßen werde, da die Abschaffung der Diplombonifikation zu einer identischen Behandlung von endgültig ernannten Beamten aus dem öffentlichen Sektor und vertraglichen Arbeitnehmern aus dem Privatsektor führe, während es sich ihrer Auffassung nach um deutlich unterschiedliche Kategorien von Personen handele, die sowohl in finanzieller Hinsicht als auch in anderen Bereichen wesentlich unterschiedlichen R ...[+++]

In het eerste onderdeel van het eerste middel betoogt de verzoekende partij dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden doordat het afschaffen van de diplomabonificatie leidt tot een identieke behandeling van vastbenoemde ambtenaren uit de overheidssector en contractuele werknemers uit de privésector, terwijl het volgens haar gaat om duidelijk onderscheiden categorieën van personen, die zowel geldelijk als op andere vlakken aan wezenlijk verschillende regelingen zijn onderworpen, zodat beide categorieën verschillend zouden moeten worden behandeld.


Im zweiten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 6261 führt die klagende Partei an, dass die Artikel 2, 3 und 6 des angefochtenen Gesetzes gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstießen, da die schrittweise Abschaffung der Diplombonifikation die jüngeren Beamten gegenüber den älteren Beamten benachteilige, da nur die Beamten, die vor dem 1. Januar 2030 in Pension gingen, noch in den Vorteil irgendeiner Diplombonifikation gelangen könnten.

In het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 6261 voert de verzoekende partij aan dat de artikelen 2, 3 en 6 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden doordat de geleidelijke afschaffing van de diplomabonificatie de jongere ambtenaren benadeelt ten opzichte van de oudere ambtenaren, aangezien alleen de ambtenaren die vóór 1 januari 2030 op pensioen gaan, nog enige diplomabonificatie kunnen genieten.


Die klagende Partei führt ausserdem ausschliesslich Klagegründe an, die gegen den Grundsatz der Auferlegung der Erstellungsgebühr und der Aktualisierungsgebühr für die Transportnetze gerichtet sind, so dass sie kein Interesse an der Nichtigerklärung der Bestimmungen hat, die die Benutzung des GRB regeln (Artikel 16) und den Grundsatz einer Erstellungs- und Aktualisierungsgebühr festlegen (Artikel 22), und ebenfalls nicht an der Nichtigerklärung der allgemeinen Bestimmungen über die Einführung und die Erhebung der Erstellungs- und Aktualisierungsgebühren (Artikel 31 bis 41), gegen die sie ebenfalls keine getrennten Klagegründe anführt.

De verzoekende partij ontwikkelt bovendien uitsluitend middelen die gericht zijn tegen het beginsel van de onderwerping van de vervoersnetten aan de aanmaakheffing en de bijhoudingsheffing, zodat zij geen belang heeft bij de vernietiging van de bepalingen die het gebruik van het GRB regelen (artikel 16) en het beginsel van een aanmaak- en bijhoudingsheffing vaststellen (artikel 22), noch bij de vernietiging van de algemene bepalingen betreffende de vestiging en de invordering van de aanmaak- en bijhoudingsheffingen (artikelen 31 tot 41), waartegen zij evenmin afzonderlijke middelen aanvoert.


Im dritten Klagegrund der Klageschrift führt die klagende Partei an, dass die Straftat der Überschreitung der Geräuschnormen, deren moralisches Element in Artikel 31 des Gesetzbuches über die Inspektion festgelegt sei, eine « unvorhersehbare » Straftat sei, deren Verwirklichung von Elementen abhänge, die sich der Kontrolle der Rechtsunterworfenen entzögen, so dass sie nicht mit dem Grundsatz der Legalität und Vorhersehbarkeit des Strafgesetzes vereinbar sei, der durch die Artikel 12 und 14 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 7 der Europäischen Mensch ...[+++]

In het derde middel van het verzoekschrift voert de verzoekende partij aan dat het misdrijf van overschrijding van de geluidsnormen, waarvan het morele element wordt bepaald bij artikel 31 van het Wetboek van inspectie, een « onvoorzienbaar » misdrijf is, waarvan de verwezenlijking afhangt van elementen die ontsnappen aan de controle van de rechtsonderhorige, zodat het onbestaanbaar zou zijn met het beginsel van wettigheid en voorzienbaarheid van de strafwet, dat wordt gewaarborgd bij de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.


Die klagende Partei führt einen einzigen Klagegrund an, der aus einem Verstoss der angefochtenen Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 3 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 14 dieser Konvention und mit den Artikeln 25 Buchstabe b) und 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, abgeleitet ist, insofern sie die früheren Artikel 7 Absatz 1 Nr. 2, 9 und 9bis des Wahlgesetzbuches in der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 14. April 2009 geltenden Fassung f ...[+++]

De verzoekende partij voert een enig middel aan, afgeleid uit de schending, door de bestreden bepaling, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van dat Europees Verdrag, en met de artikelen 25, b), en 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre zij de vroegere artikelen 7, eerste lid, 2°, 9 en 9bis van het Kieswetboek, zoals die vóór de inwerkingtreding van de wet van 14 april 2009 golden, voor de toekomst zou handhaven.


Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 6053 führt in einem ersten Klagegrund an, dass die angefochtene Bestimmung zu einem Behandlungsunterschied führe, der im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung sowie zu Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention stehe.

De verzoekende partij in de zaak nr. 6053 voert in een eerste middel aan dat de bestreden bepaling een verschil in behandeling teweegbrengt dat strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, alsook met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'partei führt ausserdem ausschliesslich klagegründe' ->

Date index: 2025-03-13
w