Dennoch ist zusammen mit der klagenden Partei vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan festzuhalten, dass sowohl in den Vorarbeiten zur Verfassungsrevision vom 15. Juli 1988 als auch in denjenigen zum Sonderdekret vom 19. Dezember 1988 der Umstand erwähnt wurde, dass den in Anwendung von Artikel 24 § 2 der Verfassung einzusetzende
n autonomen Organen keine « Verordnungsbefugnisse » zustehen (Ann., Senat, Sondersitzungsperiode 1988, 14. Juni 1988, S. 520; Parl. Dok., Flämis
...[+++]cher Rat, 1988-1989, Nr. 161/1, S. 9).
Niettemin dient samen met de verzoekende partij voor het verwijzende rechtscollege te worden vastgesteld dat zowel de parlementaire voorbereiding van de grondwetsherziening van 15 juli 1988 als die van het bijzonder decreet van 19 december 1988 melding maken van het feit dat aan de met toepassing van artikel 24, § 2, van de Grondwet op te richten autonome organen geen « verordenende bevoegdheden » toekomen (Hand., Senaat, B.Z. 1988, 14 juni 1988, p. 520; Parl. St., Vlaamse Raad, 1988-1989, nr. 161/1, p. 9).