Eine interessierte Partei wiederholte ihre Behauptung (vgl. Randnummer (134) der vorläufigen Verordnung) und brachte ferner vor, dass der Preis für Mineralöldiesel einen Höchstpreis darstelle, den die Hersteller von Biodiesel bei der Erhöhung ihrer Preise aufgrund steigender Ausgangsstoffpreise nicht überschreiten könnten.
Een belanghebbende herhaalde zijn argument (zie overweging 134 van de voorlopige verordening) en betoogde voorts dat de prijzen van minerale diesel voor de producenten van biodiesel een grens vormen waarboven zij de stijging van de grondstofprijzen niet meer in hun prijzen kunnen doorberekenen.