32. verweist darauf, dass die Befö
rderungspolitik des Parlaments und seine Politik der Beurteilung des Personals als Vorbild für an
dere Organe und die Reformvorschläge der Kommission gedient haben; weist jedoch darauf hin, dass im gegenwärtigen System weiterhin bestimmte Starrheiten bestehen, die noch nicht beseitigt wor
den sind; fordert seinen Generalsekretär auf, in Erwartung der Annahme des neuen Personalstatuts vor seiner ers
...[+++]ten Lesung des Haushalts im Herbst einen Vorschlag zur Revision der Beförderungspolitik des Parlaments vorzulegen, um mehr Anreize für Leistung zu schaffen und einen stärker auf dem Verdienst basierenden Ansatz zu praktizieren; betont jedoch, dass Fairness und die Einhaltung der Regeln weiterhin Eckpfeiler des Systems sein müssen, wenn eine de facto-Haushaltsgarantie geboten werden soll; 32. herinnert eraan dat
het beleid van het Parlement inzake promotie en personeelsbeoordeling als voorbeeld heeft gediend voor andere instellingen en de hervormingsvoorstellen van de Commissie; wijst er echter op dat het huidige systeem nog een aantal starre aspecten kent die nog niet zijn weggewerkt; verzoekt zijn secretaris-generaal om in afwachting van de goedkeuring van het nieuwe statuut van de ambtenaren voor zijn eerste lezing van de begroting in de herfst
een voorstel in te dienen voor de herziening van het bevorderingsbelei
...[+++]d van het Parlement, teneinde nieuwe stimulansen voor prestatieverbetering in te voeren, alsmede een meer op verdienste gerichte benadering; dringt er echter op aan dat eerlijkheid en respect voor de regels de fundamenten van het systeem moeten blijven om een begrotingsgarantie te kunnen waarborgen;