17. ist der Auffassung, dass zwischen den Mitgliedstaaten und den europäischen Informationsdiensten eine verstärkte Zusammenarbeit notwendig ist, die sich für die Einrichtung von Mechanismen zur rechtzeitigen Prävention und Reaktion im Falle einer Bedrohung der Sicherheit der EU oder eines ihrer Mitgliedstaaten als entscheidend erweisen könnte; schlägt in diesem Zusammenhang vor, dass das Europäische Parlament eine Sonderdelegation für die demokratische Aufsicht der europäischen Informationsdienste in Verzahnung mit nationalen Parlamenten einrichten sollte;
17. is van mening dat een grotere mate van samenwerking is vereist tussen de inlichtingendiensten van de lidstaten, wat cruciaal kan blijken voor het tijdig invoeren van preventie- en reactiemechanismen in geval van een dreiging voor de veiligheid van de EU of een
van de lidstaten; stelt in dit verband voor dat het Eu
ropees Parlement de oprichting zou overwegen van een speciale delegatie voor democratisch toezicht op de inlichtingenanalyse op EU-niveau, in samenspra
ak met de nationale parlementen ...[+++];