L. in der Erwägung, dass Frauen trotz der ständigen Zunahme des Frauenante
ils im Europäischen Parlament von 17,5 % im Jahr 1979 auf 31,5 % bei den Wahlen von 1999 in leitenden und verantwortungsvollen Funktionen und in politischen Entscheidungsgremien des Europäisc
hen Parlaments noch immer weitgehend unterrepräsentiert sind (insbesondere im Präsidium, wo es nur zwei Vizepräsidentinnen gibt, und in der Konferenz der Prä
sidenten, wo es nur eine Kopräside ...[+++]ntin gibt),
L. overwegende dat ondanks de geleidelijke toename van het percentage vrouwen in het EP van 17,5% na de verkiezingen in 1979 tot 31,5% na de verkiezingen in 1999, vrouwen nog altijd sterk ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende en verantwoordelijke functies in de politieke besluitvormingsorganen van het EP (in het bijzonder in het Bureau, dat slechts twee vrouwelijke ondervoorzitters telt en in de Conferentie van voorzitters, die slechts één vrouwelijke co-voorzitter kent),