(7a) Seit der Einigung über das letzte Darlehensmandat (Beschluß 97/256/EG des Rates vom 14. April 1997) sind Bosnien und Herzegowina und die ehemalige jugoslawische Republik Mazedonien zwar in die mittel- und osteueropäische Region aufgenommen worden, doch sollte der Gesamtumfang der EIB-Darlehen für die Bewerberländer in dieser Region aufgrund der Bedeutung der Vorbeitrittsfazilität, die die Bank für EIB-Darlehen für Projekte in diesen Ländern ohne Garantie durch den Gemeinschaftshaushalt oder die Mitgliedstaaten einzuführen plant, erhöht werden.
7 bis) overwegende dat, hoewel Bosnië-Herzegovina en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië sedert het akkoord over het vorige leningenmandaat (Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997) zijn opgenomen in de regio Midden- en Oost-Europa, het totale bedrag aan door de EIB aan kandidaat-lidstaten in de regio verstrekte leningen dient toe te nemen, gezien het belang van de pretoetredingsfaciliteit welke de bank wil instellen voor EIB-leningen ten behoeve van projecten in deze landen zonder garantie uit de communautaire begroting of van de lidstaten.
