3. betont, wie wichtig es ist, die nationalen und lokalen Beschäftigungspläne durch eine enge Verbindung und eine Aufteilung der sich ergänzenden Rollen zwischen nationalen, regionalen und lokalen Behörden - insbesondere in der Entwurfsphase dieser Pläne - organisch miteinander zu verknüpfen, und zwar in partnerschaftlicher Form, und unter Einbeziehung aller Ebenen der Akteure in den Institutionen, Gesellschaftsschichten, Unternehmern, Gewerkschaften und Verbänden;
3. onderstreept de noodzaak van een gedegen coördinatie van de nationale en plaatselijke actieprogramma's voor werkgelegenheid door middel van nauwe samenwerking en een evenwichtige verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten, met name tijdens de fase van de vaststelling van de programma's, in het kader van een volwaardig partnerschap en met de medewerking, op alle niveaus, van vertegenwoordigers van de overheidsinstanties, de sociale partners, de ondernemingen, de vakbonden en het verenigingsleven;