H. in der Erwägung, dass Kohärenz und Einheitlichkeit der EU-Politik im Bereich der Menschenrechte und der Demokratie durch eine verbesserte Zusammenarbeit und einen verbesserten Dialog zwischen den EU-Organen gewährleistet werden müssen und die Rolle des Europäischen Parlaments in der EU-Menschenrechtspolitik angesichts der jüngsten Entwicklung der Instrumente und Mechanismen der Menschenrechtspolitik durch den Rat und die Kommission stärker auf die Kontrolle der Maßnahmen dieser Institutionen ausgerichtet sein sollte,
H. overwegende dat de logische samenhang van het EU-beleid inzake mensenrechten en democratie moet worden gewaarborgd door verbetering van de samenwerking en de dialoog tussen de instellingen van de EU, en dat de rol van het Europees Parlement in het mensenrechtenbeleid van de Unie, in het licht van de recente ontwikkeling van beleidsinstrumenten en -mechanismen door Raad en Commissie op het terrein van de mensenrechten, duidelijker gericht moet zijn op controle van het beleid van genoemde instellingen,