Wenn Erdölvorräte an jedem Ort in der Gemeinschaft und von jeder hierfür geschaffenen zentralen Einrichtung bzw. jedem zentralen Dienst gehalten werden können, sollten die Mitgliedstaaten die Statuten ihrer zentralen Bevorratungsstelle und die Bedingungen, die für die Übertragung der Bevorratung an andere Mitgliedstaaten oder Bevorratungsstellen gelten, optimal durch innerstaatliche Vorschriften regeln können und die finanziellen Auswirkungen der Bevorratung für die Endverbraucher gleichzeitig gering gehalten werden.
De lidstaten zouden in staat moeten zijn om hun nationale wetgeving zo goed mogelijk te gebruiken om de status van hun centrale entiteit voor de voorraadvorming en de voorwaarden voor het overdragen van de voorraadvorming aan andere lidstaten of andere entiteiten voor de voorraadvorming vast te stellen, terwijl de financiële lasten van deze opslagactiviteiten voor de eindverbruikers worden verminderd, in een context waarin de olievoorraden op elke willekeurige plaats in de Gemeenschap en door elke daartoe ingestelde centrale instantie of dienst kunnen worden aangehouden.