(1) Jeder Mitglie
dstaat benennt eine oder mehrere Strukturen bzw. Stellen (im Folgenden „Stellen“) für die Förderung, Analyse, Überwachung und Unterstützung der Gleichbehandlung aller Arbeitnehmer der Union und ihrer
Familienangehörigen ohne jegliche Diskriminierung aus Gründen der Staatsangehörigkeit, ungerechtfertigte
Einschränkung oder Behinderung ihres Freizügigkeitsrechts und trifft die notwendigen Vorkehr
...[+++]ungen für das ordnungsgemäße Funktionieren solcher Stellen.
1. Elke lidstaat wijst een of meer structuren of organen („organen”) aan om de gelijke behandeling van alle werknemers in de Unie en hun familieleden, zonder discriminatie op grond van nationaliteit of ongerechtvaardigde beperkingen van of belemmeringen voor hun recht op vrij verkeer, te bevorderen, te analyseren, te monitoren en te ondersteunen en treft de nodige regelingen voor het goede functioneren van die organen.