Die Klägerinnen erwidern auf dieses Argument, dass ihre Klagen einen Vergleich zwischen Personen beinhalteten, die Elektrizität aus der Verbrennung des biologisch abbaubaren organischen Anteils von Abfällen erzeugten, und denjenigen, die aus der gleichen Quelle, jedoch ohne Verbrennung, Elektrizität erzeugten.
Op dat argument antwoorden de verzoeksters dat in hun beroep een vergelijking wordt gemaakt tussen de personen die elektriciteit produceren op basis van de verbranding van het biologisch afbreekbare organische gedeelte van afvalstoffen en de personen die elektriciteit produceren met aanwending van dezelfde bron, doch zonder verbranding.