Aus den Artikeln 4 und 129 § 2 erster Gedankenstrich der Verfassung geht nämlich hervor, dass die Regionen nicht befugt sind, die Grenzen der Sprachgebiete zu ändern oder Teile des Gebietes von Gemeinden mit Erleichterungen aus dem besonderen Sprachstatut herauszunehmen, oder Gemeinden ohne Erleichterungen ganz oder teilweise Gemeinden mit Erleichterungen anzugliedern.
Uit de artikelen 4 en 129, § 2, eerste streepje, van de Grondwet vloeit immers voort dat de gewesten niet bevoegd zijn om de grenzen van de taalgebieden te wijzigen noch om delen van het grondgebied van de faciliteitengemeenten aan het bijzonder taalstatuut te onttrekken of om gemeenten zonder faciliteiten geheel of gedeeltelijk bij faciliteitengemeenten te voegen.