Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "ohne dass sie etwas dagegen " (Duits → Nederlands) :

Die Art der von der Staatsanwaltschaft vertretenen Interessen rechtfertigt es also, dass ihre Berufung zulässig ist, ohne dass sie dazu einen Klagegrund durch schriftlichen Schriftsatz geltend machen muss.

De aard van de belangen die het openbaar ministerie verdedigt, verantwoordt derhalve dat zijn beroep ontvankelijk is, zonder dat hij daartoe een middel in een schriftelijke conclusie dient aan te voeren.


- Sie weist eine Wandstärke von minimal 60 Mikron auf und kann unter normal vorhersehbaren Gebrauchsbedingungen mindestens 20-mal zu demselben Zweck wiederverwendet werden, ohne dass sie dadurch verändert wird;

- de tas is minstens 60 micron dik en kan minstens 20 maal voor hetzelfde doel hergebruikt worden in normaal voorspelbare gebruiksvoorwaarden, zonder aantasting:


Die Artikel 3 und 4 des Gesetzes vom 11. Mai 2007 sind folglich so beschaffen, dass die Deutlichkeit der Definition der « aktiven Korruption » und die Rechtssicherheit verstärkt werden, statt dass sie beeinträchtigt würden, ohne dass sie dazu führen, dass rückwirkend eine neue Unterstrafestellung eingeführt wird.

De artikelen 3 en 4 van de wet van 11 mei 2007 zijn bijgevolg van dien aard dat de duidelijkheid van de definitie van « actieve omkoping » en de rechtszekerheid worden versterkt, veeleer dan dat er afbreuk aan wordt gedaan, zonder dat zij ertoe leiden dat op retroactieve wijze een nieuwe strafbaarstelling wordt ingevoerd.


Der Gesetzgeber hat dabei verdeutlicht, dass « der Umstand, dass bestimmte Sachen der korrumpierten Person gegeben wurden oder ihr einfach versprochen wurden, ohne dass sie später gegeben werden, keinen Einfluss auf das Bestehen oder die Schwere der Straftat » hat (Parl. Dok., Senat, 1997-1998, Nr. 1-107/4, S. 10).

De wetgever verduidelijkte daarbij dat « het feit dat bepaalde zaken aan de omgekochte zijn gegeven of hem gewoon zijn beloofd zonder dat ze later gegeven worden, [...] geen invloed [heeft] op het bestaan of de ernst van het misdrijf » (Parl. St., Senaat, 1997-1998, nr. 1-107/4, p. 10).


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan unterbreitet dem Gerichtshof die Artikel 246 § 2 und 504bis § 2 des Strafgesetzbuches in der Auslegung, dass dadurch eine Person unter Strafe gestellt wird, die vor dem 8. Juni 2007, das heißt dem Datum des Inkrafttretens der Artikel 3 und 4 des Gesetzes vom 11. Mai 2007, einen darin vorgesehenen Vorteil gewährt hat, « ohne dass [sie] irgendeinen Vorschlag dazu gemacht oder formuliert hat ».

Het verwijzende rechtscollege legt de artikelen 246, § 2, en 504bis, § 2, van het Strafwetboek voor aan het Hof in die interpretatie dat zij de persoon strafbaar stellen die vóór 8 juni 2007, zijnde de datum van inwerkingtreding van de artikelen 3 en 4 van de wet van 11 mei 2007, een daarin bedoeld voordeel heeft toegekend, « zonder dat hij ook enig voorstel daartoe gemaakt of geformuleerd had ».


II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ...[+++]

II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolging, wanneer dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich pas voordoet nadat de rechtspersoon overeenkomsti ...[+++]


Die fragliche Bestimmung führt jedoch dazu, dass die Versicherungsleistung durch den Versicherer keinem Begünstigten gewährt werden kann, falls der Versicherungsnehmer, der einen Universalvermächtnisnehmer bestimmt hat, dessen gesetzliche Erben jedoch nicht bekannt sind, wie im vorliegenden Fall, während des in dieser Bestimmung vorgesehenen Zeitraums von zwei Jahren verstirbt; einerseits könnte der Universalvermächtnisnehmer sich nämlich nicht auf die Anwendung von Artikel 110/1 des Gesetzes vom 25. Juni 1992 berufen, da der Vortei ...[+++]

De in het geding zijnde bepaling leidt er evenwel toe dat de verzekeringsprestatie door de verzekeraar aan geen enkele begunstigde kan worden uitgekeerd in het geval waarin de verzekeringnemer die een algemene legataris heeft aangesteld maar wiens wettelijke erfgenamen niet bekend zijn, zoals te dezen, tijdens de in die bepaling bedoelde periode van twee jaar overlijdt : enerzijds, zou de algemene legataris immers geen aanspraak kunnen maken op de toepassing van artikel 110/1 van de wet van 25 juni 1992, aangezien het voordeel van die ...[+++]


Folglich ist der Gesetzgeber davon ausgegangen, dass die Situation, in der ein Lebensversicherungsvertrag eine Standardklausel enthält, wonach die Begünstigten der Versicherungsleistung die gesetzlichen Erben sind, ohne dass sie namentlich genannt werden, und der Versicherungsnehmer durch Testament eine andere Person als Universalvermächtnisnehmer bestimmt hat, es grundsätzlich dem Willen des Versicherungsnehmers entspricht, dass d ...[+++]

Daaruit blijkt dat de wetgever ervan is uitgegaan dat wanneer een levensverzekeringsovereenkomst een standaardbeding bevat volgens welke de begunstigden van de verzekeringsprestatie de wettelijke erfgenamen zijn, zonder dat zij bij name worden genoemd, en de verzekeringnemer bij testament een andere persoon als algemene legataris heeft aangesteld, het in beginsel in overeenstemming is met de wil van de verzekeringnemer dat de verzekeringsprestatie toekomt aan de bij testament als legataris aangewezen persoon.


Schändet Artikel 147, Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 über die Reform der Gerichtsbezirke und die Mobilität der Mitglieder des gerichtlichen Standes die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 152, indem er dazu führt, dass ein Richter (die Antragstellerin), die am alten Arbeitsgericht Verviers-Eupen ernannt war, ohne ihre Zustimmung und ohne kandidiert zu haben, nebensächlich an dem neuen Handelsgericht Eupen und am Gericht Erster Instanz Eupen ernannt wur ...[+++]

Schendt artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 152 ervan, doordat het ertoe leidt dat een rechter (de verzoekster) die in de vroegere arbeidsrechtbank van Verviers-Eupen was benoemd, zonder haar toestemming en zonder zich kandidaat te hebben gesteld, in subsidiaire orde in de nieuwe rechtbank van koophandel te Eupen en in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen werd benoemd, terw ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Bu ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ohne dass sie etwas dagegen' ->

Date index: 2024-10-06
w