Der so abgegrenzte Beha
ndlungsunterschied, dessen Vereinbarkeit mit de
n Artikeln 10 und 11 der Verfassung der Hof beurteilen muss, besteht darin, dass weder
das Dienstalter der Offiziere aus dem zeitweiligen
Kader noch die Beibehaltung des Vorteils dieser Rechtsstellung berücksichtigt werden können, wenn, wie im vorliegenden Fall, e
in Offizier aus dem ...[+++]zeitweiligen Kader seinen Wunsch zu erkennen gibt, den Grad eines Offiziers im Berufskader auf dem Wege über die Königliche Militärschule erwerben zu wollen, während sowohl das Dienstalter als auch dieser Vorteil berücksichtigt werden würden, wenn derselbe Offizier dem Berufskader in Anwendung von Artikel 22 des Gesetzes vom 13. Juli 1976 beiträte.Aldus afgebakend, bestaat het verschil in behandeling waarvan het Hof de bes
taanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet dient te beoordelen erin dat de jaren van
anciënniteit van de officieren uit het tijdelijk kader alsmede het behoud van het voordeel van dat statuut niet in aanmerking kunnen worden genomen wanneer, zoals te dezen, een officie
r uit het tijdelijk kader zijn wil te kennen geeft om de graad van officier in
...[+++] het beroepskader via de Koninklijke Militaire School te verwerven, terwijl ze wel in aanmerking zouden worden genomen indien dezelfde officier zou toetreden tot het beroepskader op grond van artikel 22 van de wet van 13 juli 1976.