Es obliegt dem Sondergesetzgeber, sofern keine offensichtlich unvernünftige Beurteilung vorliegt, darüber zu entscheiden, ob die Zielsetzung der Befriedigung zwischen den Gemeinschaften und Regionen ein Anlass zu einer Abweichung vom gewöhnlichen Aussetzungsverfahren vor dem Staatsrat ist.
Het komt de bijzondere wetgever toe, behoudens kennelijk onredelijke beoordeling, te beslissen of de nagestreefde doelstelling van pacificatie tussen de gemeenschappen en de gewesten tot een afwijking noopt van de gewone schorsingsprocedure voor de Raad van State.