2. Ungeachtet der Vorschriften dieser Richtlinie können die Mitgliedstaaten für einen bestimmten Ort Sonderregelungen für die Inbetriebnahme oder Verwendung eines Betriebsmittels erlassen, um ein bestehendes oder vorhersehbares Problem der elektromagnetischen Verträglichkeit zu lösen oder um Sicherheitszwecken dienende öffentliche Telekommunikationsnetze oder Sende- und Empfangsanlagen zu schützen.
2. De bepalingen van deze richtlijn mogen geen belemmering vormen voor de toepassing van de speciale maatregelen betreffende de ingebruikneming of het gebruik van uitrusting die een lidstaat voor een bepaalde plaats heeft genomen om een bestaand of te verwachten probleem in verband met de elektromagnetische compatibiliteit te verhelpen of om openbare telecommunicatienetten of gebruikte zend- of ontvangstations om veiligheidsredenen te beschermen.