Art. 5 - Wenn ein in Artikel 1 § 1 Nummer 1 und 3 erwähntes Personalmitglied in ein Amt eingesetzt wurde, dessen Ausübung die Führung oder die Organisation der Arbeit anderer Personalmitglieder umfasst, wird angenommen, dass es in seinen Beziehungen mit den letztgenannten Personalmitgliedern als beauftragter Vertreter des Trägers handelt.
Art. 5. Wanneer een personeelslid bedoeld in artikel 1, § 1, 1° en 3° voor een ambt werd aangesteld waarvan de uitoefening o.a. erin bestaat het werk van andere personeelsleden te leiden en te organiseren, dan wordt het geacht als mandataris van de inrichtende macht op te treden in de verhouding met de andere personeelsleden.