(3) Das Schiff darf keine Fänge anlanden oder sich an einer Umladung beteiligen, wenn sein Flaggenstaat oder – im Falle einer Umladung – der bzw. die Flaggenstaat(en) der abgebenden Schiffe nicht die in Artikel 25 genannte Bestätigung vorlegt.
3. Het vaartuig mag niet overgaan tot aanvoer- of overladingsactiviteiten als de vlaggenstaat van het vaartuig, of de vlaggenstaat van overladende vaartuigen wanneer het vaartuig overladingsactiviteiten heeft verricht, niet de in artikel 25 bedoelde bevestiging heeft gekregen.