Die beanstandete Diskriminierung der Nicht-Familienviehzüchtereien beruhe auf der Differenzierung anhand der Begriffe « Familienviehzüchterei », « Produzent » und « Betrieb », die in allen Bestimmungen des Dekrets explizit oder implizit enthalten seien.
De aangeklaagde discriminatie van de niet-gezinsveeteeltbedrijven steunt op de differentiatie aan de hand van de begrippen « gezinsveeteeltbedrijf », « producent » en « bedrijf », die in alle bepalingen van het decreet expliciet of impliciet aanwezig zijn.