Das Argument, das aus einem Verstoss gegen den Grundsatz der Handels- und Gewerbefreiheit und gegen Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention abgeleitet ist, ist nicht annehmbar, da die in B.5.6 bis B.5.8 dargelegten Gründe beweisen, dass die betreffenden Beiträge nicht das Recht der klagenden Parteien auf Achtung ihres Eigentums oder ihre Unternehmensfreiheit auf ungerechtfertigte Weise verletzen.
Het argument dat is afgeleid uit de schending van het beginsel van de vrijheid van handel en nijverheid en van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, kan niet worden aangenomen, aangezien de in B.5.6 tot B.5.8 uiteengezette motieven aantonen dat de in het geding zijnde heffingen niet op onverantwoorde wijze afbreuk doen aan het recht van de verzoekende partijen op de eerbied voor hun eigendom of aan hun vrijheid van ondernemen.